Encyclopedie der Heilige Godgeleerdheid - pagina 244

" :

Afd.

236 praestantissimae

Hfst.

2.

§ 83. CLARISSE.

III.

qua hominem a

illius,

animantibus

reliquis

distin-

guere Deus dignatus est, dotis excellentiam in primis palam facit".

Vooral de Theoloog kan de Philosophie niet missen nendis gravissimis Religionis doctrinae capitibus

vindicanda religionis

et

noemt

Christianae

veritate".

quam

haar dan ook „Soror potius

hij

,

cum

,,

tum

in

expo-

in

asserenda

Evenals Mursinna

Theologiae"

ancilla

(p. 164). Ja, niemand ,, veri nominis Theologus est habendus, qui non idem probabilis set Philosophus" (p. 174). Haar taak is dan ook geen mindere dan ,, verum a falso, pulcrum a turpi, bonum

a male accurate

distinguere,

tatibus meditari,

semet ipsum penitius cognoscere, quin ad supre-

mum

universi

agnoscendem hominis,

mundi auctorem et

tum

pervenire"

(p.

de intima rerum natura

civis,

173).

conservatorem

et

venerandum

pie

atque

,

proprie-

et

Deum Opt M.

,

quaelibet

officia

accurate et distincte intelligenda et obeunda

Het spreekt

vanzelf, dat bij zulk een philoso-

phie voor de Theologie geen eigene plaats overblijft, en het

ook

cum

,

is

dan

aan het kerkelijk nog tamelijk geloovig standpunt van

alleen

danken

Clarisse te

,

dat

hij

desniettemin nog

,

door gelukkige incon-

sequentie, ook aan de Theologie haar eere laat. In zijn Oratio de

coniangenda in quarumvis doctrinarum

etiam

,

Theologiae

cognitione historica et pliilosophica (Lugd. Bat.

1822)

,

komt

studio , dit

dua-

lisme dan ook duidelijk uit, waar hij van den éénen kant toegeeft ,,

Quorumcumque

notitia

debetur Revelationi divinae praeter solitum ,

rerum ordinem hominibus concessae, oraculis in

facto

pendere (p.

24);

Dei

positae;

adeo

quoniam

tantum,

fide

autoritati habita, intelliguntur, hactenus res sunt

neq ue ab humana

potest,

rationicinatione

eorum

de

persuasionis

pendet aut

veritate

firmitas

maar aan den anderen kant staande houdt, dat wel de Sacrae Scripturae ad fidem nos et obedientiam plane

„auctoritas obstringit",

ring laat

et

ea,

doch deze auctoritas zelve op philosophische redenee-

rusten.

„

Undenam enim

,

si

philosophari nolis

auctoritate (S. Scripturae) ita certior factus es rectae rationi

non obstrepat?"

In zijn Sectio altera

wier behandeling

hij

komt

inleidt

(p.

,

ut

illa

,

de hac

tua persuasio

25).

Clarisse

dan

tot

de eigenlijke Theologie

met een caput de

religione , praesertim

Christiana, en voorts indeelt in Philo logische Historische, Philoso,

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen