GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Uit het Woord - pagina 214

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Uit het Woord - pagina 214

Stichtelijke bijbelstudiën. Tweede bundel.

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

210 III.

DE VLEESCHWORDING VAN DEN MENSCH. Het bedenken des vleesches

is

de dood.

Rom.

8

:

6.

welken toestand o;eraakte de mensch door deze verbreking van de levenswet,' die van Gods wege voor vleesch en geest gesteld was? Hij werd vleesch! Hiermee is bedoeld, dat het zwaartepunt van zijn aanzijn van nu' af in het vleesch lag, en dit vleesch zich opende als een graf, waarin In

kracht zijns wezens, er met noodlottige onontwijkbaarheid heengetrokken, wegstierf en zich bedolf. De verhouding was omgekeerd bij weleer. Was het toen de geest, die heerschte en het vleesch als instrument gebruikte, thans drong het vleesch op den voorgrond en maakte den geest aan zich ondergeschikt. De o-eest wilde dat niet voetstoots. Vandaar de strijd tusschen vleesch en o-eest ook in den onbekeerde, maar een strijd met ongelijke kansen, want, tenzij een werk van God den Heiligen Geest tusschen beide trad, moest de geest onderliggen en het vleesch overwinnen. „De werken nu des vleesches zijn openbaar, welke zijn: overspel, hoererij, onreinigheid, ontuchtigheid, afgoderij, venijngeving, vijandschappen, twisten, afgunstigheden, toorn, gekijf, tweedracht, ketterijen, alle

moord, dronkenschappen, brasserijen en diergelijke." Evenzeer is het openbaar, waar deze heerschappij van het vleesch henenvoert. Ze leidt tot den dood. De. dood, niets minder dan dit, is de bezolding der zonde. Dit moest alzoo. Nadat de zonde met ruwe hand gewelddadig den band tusschen vleesch en geest verbroken had, kon de overgang uit dit leven in een volgend niet meer natuurlijk, maar moest hij gewelddadig zijn. De onnatuurlijke, gewelddadige overgang nu uit deze bedeeling in een andere, dat is de dood, de uitwendige dood, die slechts een gevolg was van den dood, die in de zonde zelve lag, toen ze op gewelddadige wijs de harmonie verbrak, Ten die door den Schepper tusschen vleesch en geest gesteld was. Deze sterven. zouden ze zondigden, dage, ten zelfden dage dat ze straf is niet uitgesteld. In het' zelfde oogenblik, dat ze zondigden, kwam die dood over hun ziel. Wat, toen ze stierven, plaats greep, was van dien wezenlijken, inwendigen dood slechts de openbaring en nijd,

het gevolg: In tegenstelling

Kerst-evangelie drukten we dezen „De mensch was vleesch gevoege uit: toestand der zonde in dezer gezien, een versmading als versmading worden, en we hebben zijn zelfvernietiging en leugen." van vol van een geborene uit den Sathan,

met Johannes'

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896

Abraham Kuyper Collection | 256 Pagina's

Uit het Woord - pagina 214

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1896

Abraham Kuyper Collection | 256 Pagina's