Van het kerkelijk ambt - pagina 22
Gereformeerde Stemmen.
Dat de
4.
Het ambt
de kerk in
in
alles
met het ambt
te willen stellen
in
op éen lijn den burger-
bleek dan de ongerijmdheid zelve
staat,
En
kerkelijke ambtsdragers
te zijn.
op heerschappij voering, er uit de heerschende macht der
die, belust
zij,
tuk op
zijn,
om
burgerlijke magistraten conclusiën te trekken
voor de heerschappij der kerkelijke machthebbers, stellen niet onze inconsequentie, maar
hun eigen belustheid op heerschersmacht en schromelijke kortzichtigheid op de kaak.
slechts
De
Heilige Schrift snijdt dezen knoop dan
ook, zonder aan onzen synodalisten ook
kans
Wel de
maar
door.
te laten,
oversten der volken, sprak de Heere
Jezus, voeren heerschappij, en wel de grooten
der aarde oefenen macht over hen, maar alzoo zal het
De
onder u niet
zijn (Matth. 20
:
25, 26).
heilige apostel Paulus getuigt zakelijk
van de twaaf apostelen: „Niet dat wij over u voeren, maar wij zijn medewerkers met ti" (2 Cor. i 24). En de heihge apostel Petrus drukt het den predikanten en ouderlingen nadrukkelijk op zelfs
heerschappij
:
het
„dat
hart,
niet
zullen,
ze
als
de kudde
Gods weiden voerende over
heerschappij
geen heerschende macht bezitten. nooit toegaven
kenner der
;
en hun ooit toegeven zal geen En om nu de onhoudbaar-
Schrift.
heid van hun
van heerschappij terdege te doen erkennen, moet ge hun dan ook maar eens afvragen of zij onderdanen van de synode zijn. Want nauwelijks hebt ge dat woord onderdanen genoemd, of terstond leeft het waarheidsbesef derwijs krachtig in hen op, dat ze met één ruk dat booze woord verre van zich slingeren. Gehoorzamen willen ze de synode. Ze doen het zelfs tegen Gods geopenbaarden wil in. Maar als ge zeggen komt, dat ze dan ook onderdanen van de synode zijn, dan zetten ze opeens hun stekels op en willen ze niets van zoo krenkende qualificatie weten. Neen, neen, zij zijn vrije mannen, en van een onderdanen^^%X.2\X.e. viel schijn noch schaduw aan hen te ontdekken. Maar hier nijpt de klem dan ook, en er blijkt dat ze, zonder het zelf te merken, een spel met woorden drijven. Er ontbreekt aan deze hierarchen elk juridisch besef van wat opgesloten ligt in het woord heerschappij ; en als ze nu de Heilige
in te zien en
stelsel
door henzelven
:
het erfdeel des Heeren, maar als voorbeelden
Schrift lezen, waarin dit begrip streng zuiver
der kudde geworden zijnde"
is
Petr. 5
(i
:
3).
Onze
broeders,
hiërarchie
die
vertoeven,
onder
moeten
de ons
synodale
punt
dit
toegeven.
Heerschappij komt anders dan
Zeer zeker
9
:
„op
maar deze heerschappij zijn
is
schouder", gelijk er in
5 staat, gelegd, d.
Christus
Hem
is
schrijvers
i.
Heerscher.
ze dat op, alsof heerschappij voeren
zeggen wil zekere tyrannie uitoefenen, misbruik van macht maken en zich heerschzuchtig aanstellen.
En met
ook in de
op den Christus. Hij heeft als Davids zoon de kroon geërfd. In hem zit Davids zoon op den troon, en zal dus naar het trouwverbond des Heeren met David, „de heerlijkheid dezer heerschappij geen einde hebben".
Jes.
dan vatten
te pas.
er een heerschappij
is
kerk opgericht; uitsluitend
een kerkelijk ambt,
bij
Jezus zelven, niet
bij
gehouden; of ze halen onze oude
aan, die op dit punt uiterst nauwkeurig spraken;
Hiertegen valt niet te praten.
dit
wanbegrip behept vatten ze dan „ Wij voeren geen heerschappij
Paulus' zeggen
:
over u", in een zin op, als bedoelde de heilige apostel: „Wij
maken ons
te
uwen opzichte aan
En als de Heere Jezus dan zegt „De oversten des volks voeren heerschappij, maar zoo zal het onder u niet zijn", dan maakt dit op hen den indruk, „De oversten der als had de Heere gezegd volken vertreden en vertrappen de volken en maken van hun macht misbruik, maar onder geen misbruik van macht schuldig". :
:
onzen Heere en Koning komt de heerschappij over ons toe; en wij bekennen
u
met vreugde, dat we
En natuurlijk op die wijs voortredeneerend, maakt men van alles alles; werpt men alle begrip omver; vervalscht elk besef; en maakt
als
zijn
onderdanen
zijn.
Zulk een hetruhende macht echter, dat het nu juist wat
we aan de
is
kerkelijke hierarchen
zal dit niet zoo
zijn,
gij
zult
stipt
recht-
vaardig regeeren.
ten slotte elk geregeld dispuut onmogelijk.
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 52 Pagina's
![Van het kerkelijk ambt - pagina 22](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/van-het-kerkelijk-ambt/1898/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1898
Abraham Kuyper Collection | 52 Pagina's