Sociale hervormingen - pagina 198

dat

zij,

dit

invaliditeit

door

zijn

blijvend

afgewend

doende, zich blootstellen aan het gevaar

bij

eventueele

hun recht op rente te verliezen. De verzekerde, wien geneesheer medegedeeld wordt, dat hij gevaar loopt

invalide zal

te

worden,

doch dat

dit

gevaar vermoedelijk

worden door doelmatige behandeling of verpleging,

ontwerp luidt, dadelijk tot de Bank wenden. de wet echter dat zijn verzoek om invaliditeitsrente afgewezen kan worden, indien hij zich niet onderwerpt aan de voorschriften van geneesheeren, die hij niet kent, dan bestaat er reden te vreezen dat velen zich niet zullen aanmelden, maar integendeel hun best zullen doen het gevaar, waarin zij verkeeren, verborgen te houden voor de ambtenaren of commissies der Bank. En dan zullen dezen in den regel niet voordat het te laat is te weten komen, dat een verzekerde gevaar loopt blijvend invalide te worden. Wil men zich dus de voor een goede werking der regeling onmisbare medewerking der betrokkenen verzekeren, dan moeten dezen weten dat zij, door zich bij de Bank aan te melden, zich niet bloot stellen aan het verlies van eenig hun toegekend recht. Met het oog daarop is ook niet in het ontwerp bepaald, dat een verzoek om rente wegens tijdelijke invaliditeit (litt. b van art. 27) niet ingediend of toegewezen kan worden, zoolang de verzekerde krachtens art. 66 behandeld of verpleegd wordt, ofschoon niet te ontkennen valt dat er wel iets voor dergelijke bepaling pleiten zou. Het niet opnemen van een bepaling als die van % 22 der wet van ï8gQ zal ten gevolge hebben, dat een enkelen keer rente wegens invaliditeit zal worden toegekend aan een verzekerde, aan wien zij ontzegd zou zijn, indien een soortgelijke bepaling in de wet ware opgenomen. Dit nadeel wordt echter naar de meening van ondergeteekenden meer dan opgewogen door het voordeel, dat de Bank thans verzekerd is van de medewerking der verzekerden. Verpleging in een inrichting zal in sommige gevallen noodig zijn, omdat de verzekerde niet in zijn woning behandeld kan worden. £n ook waar dit niet het geval is, kan zij met het oog op de omstandigheden, waarin de verzekerde verkeert, wenschelijk wezen, bijv. omdat deze zich niet de voor zijn herstel noodige rust gunt. Voor een vader of moeder kan het intusschen hoogst moeilijk wezen zich in een gesticht te laten opnemen, indien er jonge kinderen zijn, die onverzorgd zouden achterblijven; aan dit bezwaar wordt, voor zoover mogelijk, tegemoet gekomen door de bepaling van het tweede lid. Het juiste bedrag der rente, waarop de verzekerde aanspraak zou hebben, indien hij verkeerde in een der beide gevallen in art. 27 voorzien, wordt niet berekend; het kan moeilijk zijn het juiste aantal der over den laatsten tijd betaalde of verschuldigde premiën dadelijk vast te stellen. In geen geval zou het volle bedrag, waarop hij aanspraak zou hebben, behooren te worden uitgekeerd. De uitkeering ten behoeve der kinderen zal zich, zooals het

Bepaalt

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen