Sociale hervormingen - pagina 403
voorstellen van wet door het ministerie-Kuyper bij de Staten-Generaal ingediend. Deel III.
391
met betrekking tot het aan schuifdeuren verbonden gevaar werd opgemerkt, werd het denkbeeld aanbevolen, het voorschrift van dit artikel niet alleen op de hoofdingangsdeur maar op alle ingangsdeuren van de fabriek, het fabrieksgebouw of het fabrieksgedeelte van toepassing te doen zijn. De onder h toegekende algemeene vrijstelling voor alle fabrieken, welke niet vóór Januari 1897 in werking zijn gebracht, werd door verscheidene leden te ruim geacht. Het belang der zaak gedoogt i
eene zoo groote vrijgevigheid te betrachten. Beter scheen de beslissing, in hoeverre ten behoeve van de hier bedoelde fabrieken van het voorschrift kan worden afgeweken, aan den bevoegden ambtenaar over te laten. niet hier
het,
Art. 118. De bepaling van dit artikel werd door eenige leden streng geacht, aangezien zij ook zal gelden voor arbeiders, die niet met de in art. 121, onder a, b oï /, genoemde stoffen in aanraking komen. Al wordt de juistheid erkend van het voorschrift, dat ook aan deze arbeiders het nuttigen van voedsel in de bedoelde werklokalen verbiedt, dan volgt daaruit nog niet, dat ook het beschikbaar stellen van een overkleed voor hen noodzakelijk moet worden geoordeeld. De Regeering zegt trouwens zelve, dat in de lokalen, bedoeld in art. 121, onder a i, ook werkzaamheden worden verricht, welke voor de daarmede belaste personen geen gevaar voor de nadeelige werking van lood medebrengen, en laat op dien grond de mogelijkheid open om door den bevoegden ambtenaar te doen aanwijzen, voor welke arbeiders geen overkleed behoeft te worden beschikbaar gesteld. De leden hier aan het woord meenden, dat deze facultatieve vrijstelling niet ver genoeg gaat; zij zouden liever zien, dat het voorschrift van art. 118 uitsluitend van toepassing werd verklaard op die arbeiders in de bedoelde werklokalen, wier werkzaamheden hen blootstellen aan de nadeelige werking van de in art. 121, onder
te
a,
b of /, genoemde stoffen. Andere leden waren van een tegenovergesteld gevoelen en
betreurden
het,
dat,
terwijl
volgens de tegenwoordig geldende
bepaUngen telkens bij den aanvang van den voormiddag- en van den namiddagwerktijd een schoon overkleed moet worden verstrekt, thans de reiniging van de overkleederen in den regel tot eenmaal per week zal
zijn
beperkt.
van den gegeven voorschrift, bij huisarbeid niet verder behoort te gaan dan de zorg voorliet aanbrengen van hetgeen noodig is om aan dat voorschrift te kun8 niet alleen in het eerste, nen voldoen, en dat mitsdien art. maar ook in het tweede lid van art. 251 behoort te worden genoemd. Daartegenover werd opgemerkt, dat, waar het voorschrift spreekt van „beschikbaar" stellen, de aansprakelijkheid uit den
Eenige leden meenden, dat patroon, met betrekking tot het
de
aansprakelijkheid
in dit artikel
1 1
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1905
Abraham Kuyper Collection | 610 Pagina's