Dictaten dogmatiek. Locus de Providentia, Peccato, Foedere, Christo - pagina 1027

Inhoudsopgave. ^^y,,

De p.„.,.c.e e:.s.ons:.f .„e.e„ .es O. IV. Alle prophetia is

§

e s s

a n

V.

'aTS

70 De praedictie is de Ze//-aaukondiging van Christus. 70 D.e (b.j Zijne vleeschvvording) wat essentieel in God i

i

111 II

n e

r

e

s

a c e

r

d o

a

t

gemaakt.

71

^3 74

76

|n3.

^l^D

Het paleis, het sanctuarium.

Hl.

reëel

11.

Etymologie en historie v. h. begrip „priester". De verhouding tusschen N^^J, en

I.

II.

S

rsN^eïS'

c a".

ligt.

De

6.

„M

77

Bij het priesterschap

behoort een palatium. Het palatium regium in coelo. 2e Het cor hominis 3e Tentorium, tabernaculum, templum. 4e Het vleeschgeworden Woord. 81 10

IV.

5e De Kerk. 6e 't Rijk der heerlijkheid. De inhoud der priesterlijke functie. 82 De oboedientia activa en passiva v. d.

V.

Middelaar. 86 de Priester; het werk der gewone priesters. 87 Aaron, 87; Melchizedek, 89. Resultaten, 99 Chr.

§

is

De plaatsbekleeding van den Middelaar. Deze plaatsbekleeding in verband m. d. gerechtigheid „Quod valet de Adamo, valet de Christo." 103

7.

Het begrip /?a^.A.^e,v.

Borg;

Christus als

109

110

De juridische opvatting „

In

.

de

.

.

j

u

De omvang

het denkbeeld v.

dat een mensch, zelf r

1

d

1

s c

d. .

.

h.

rijk

v.

„borg"

God

Adam

en

101

v.

dat

v.

Chr 110

113

zelf

verzoening boven de zedelijkheidstheorie 115 niet konde voor anderen betalen" 118 .,

h e verhouding tot

10 het souvereiniteitsrecht,

v.

v.

100 in

God

vloeien ineen

120

122

20 het verbondsrecht, 123 3 het crimineel-recht. 122

Hoe Satan in dit geheele vraagstuk De offertheorie. 124 Dolingen:

§

8.

De

lo de Acceptilatieleer (Remonstr.); 20 de Superabundantieleer (Rome) 30 de leer van Böhl. 136

123

129 ;

131

inlercessione sacerdotali.

„Ik zeg u niet, dat ik den

De zaak Wanneer

optreedt.

zelf.

Vader voor

I4q u

bidden

zal "

140

141

Chr. Zijne intercessio heeft doen aanvangen. 148 Het drieërlei karakter der priester!, voorbede v. Christus 149

De samenhang tusschen

't bidden der geloovigen en de voorbede Heiligen Geest en 't bidden v. Christus. 153 intercessio van Christus in den zegen. 154

Het bidden

v.

d.

De De aanroeping der heiligen. 157 De voorbede voor elkander op aarde.

158.

v.

Chr

150

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen