Zions roem en sterkte - pagina 105

:

;

VAN DE VERZOENING VAN ONS MET ÜOD.

97

In het rechthuis van Pilatus, waar Hij eerst heftig en valsch 3. beschuldigd zijnde, met een spoti<leed langs de straten van daarna terug gezonden zijnde van Jeruzalem wordt geleid het volk wordt ter dood geeischt, erbarmelijk gegeeseld, met een kroon van doornen gevlochten gekroond en eindelijk overgegeven om gekruist te worden. 4. Op Golgotha, waar Hij als een vloek aan het kruis wordt genageld, hangende op eene pijnlijke wijze tusschen hemel en aarde in het midden van twee moordenaars: ja waar Hij in Zijnen dorst met edik en gal gedrenkt en met lastering en bespotting gehoond wordt, en eindelijk sterft in het gevoel van den drukkenden toorn Gods tegen de zonde. ;

Vraag. Tot wat einde heeft Christus dit alles geleden ? Antw. Niet alleeniglijk om de waarheid van Zijne leer te bevestigen, noch alleen om ons een voorbeeld te geven van lijdzaamheid en welsterven, maar voornamelijk heeft Hij zulks alles geleden tot vergeving onzer zonden. Dus leest men Hebr. 1 3. Dat Hij de reinigmaking onzer zonden door Zichzelven heeft 18. Christus heeft eens voor de teweeggebracht. 1 Petr. 3 25. Hij is overgeleverd om onze zonden. zonde geleden. Rom. 4 21. Dien, die geen zonde gekend heeft, heeft Hij 2 Cor. 5 zonde voor ons gemaakt, opdat wij zouden worden rechtvaar:

:

:

:

heid

Gods

in

Hem.

Vraag. Was er dan groot onderscheid tusschen het lijden van Christus en tusschen het lijden der martelaren? Antw. Ja, zeer groot 1. de martelaren, alhoewel zij zondige menschen waren, leden eigenlijk niet om de zonde, maar om de religie, opdat zij door hun lijden God zouden verheerlijken doch Jezus moest den dood ondergaan om onze zonden, Jes. 53 6. God heeft alle onze ongerechtigheden op Hem doen aanloopen; 2. de martelaren hadden een vriendelijk God, een verzoend God, en zij voelden Zijne bijzondere gunst in hunne zielen. Dit deed hen roemen in de verdrukkingen, en vroolijk zijn in hun lijden, Rom. 5 3. Doch Jezus had te doen met een vertoornd Rechter, met de gramschap van Zijn Vader, ontstoken tegen de zonde, en moest God voor ons verzoenen, Rom. 5 10; 3. de martelaren ondergingen een gezegenden dood; hun dood was kostelijk in de oogen des Heeren, Psalm 116 15. Maar Gal. 3 13. Jezus onderging voor ons een vervloekten dood Christus is een vloek geworden voor ons 4. de martelaren stierven een gedooden, een overwonnen dood hun gezang was dat van Paulus, 1 Cor. 15 54. De dood is verslonden tot overwinning. Maar Jezus had te doen met een dood in zijn geweld, en moest den dood zelven overwinen, te niet doende hem die het geweld des doods had, Hebr. 2 14; 5. de martelaren ondergingen slechts den tijdelijken dood des lichaams zij waren bevrijd van den zieledood zij leden niet in de ziel, maar Jezus gevoelde de helsche verschrikkingen in Zijne •

.

.

;

:

:

:

:

:

:

;

:

:

;

A.

Rotterdam

II

;

7

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen