Zions roem en sterkte - pagina 32
ARTIKEL
24
XVII.
oude werkverbond gekomen, en op een veel doorluchtiger wijze is vernieuwd geworden onder het N. Testament.
Vraag. Wie is de insteller van dat verbond ? Antw. Alleen God, die het met den mensch uit enkel welbehagen heeft opgericht. Gen. 17 7. Ik zal Mijn verbond oprichten tusschen Mij en tusschen u, Jerem. 31 31. Ik zal met den huize Israëls een nieuw verbond maken. :
:
Vraag.
werkzaam
Zijn alle drie ?
personen
in
de Godheid omtrent
dit
verbond
Antw. Ja toch de Vader als Opperheer die beleedigd is, de wereld met zichzelven verzoenende, 2 Cor. 5 19; de Zoon als Middelaar :
:
en Uitvoerder van dit verbond, die voor den zondaar voldoet en hem een recht tot het eeuwige leven schenkt. Joh. 10 28 de H. Geest als Toebrenger en Toepasser, die den uitverkoren zondaar heiligt, en door het geloof met Christus vereenigt en verzegelt, 1 Cor. 12 3. :
;
:
Vraag. Is dit verbond eenzijdig? Antw. Sommigen noemen dit wel een eenzijdig verbond, dewijl God hier alleen de wet voorschrijft, en door Zijne genade den zondaar bewerkt tot geloof en bekeering, ja al het goede van dit verbond eeniglijk van God afstamt. Joh. 22 2, 3. Evenwel mag men dit verbond ook tweezijdig noemen, voor zooverre hier twee bondgenooten zijn niet minder van elkander gescheiden, dan aan elkander ongelijk, namelijk God en de uitverkoren mensch, die ook wederzijds verbondsgewijze handelen. De Heere belooft van Zijn kant alle genade en zaligheid onder beding van geloof en bekeering door Hem zelf in den zondaar te werken. Gen. 17 De mensch neemt deze belofte met deszelfs be1, 2. ding door eene blijde omhelzing en oprechte toestemming des harten aan volgens Psalm 27 8. Mijn hart zegt tot u (of anders voor u) Gij zegt zoek Mijn aangezicht, ik zoek Uw aangezicht ó Heere ? .
.
:
:
:
:
:
Vraag. Wie zijn de onderhandelende partijen ? Antw. De volzalige God, en de uitverkoren zondaar. Vraag. Antw.
Hoe wordt God
in het verbond der genade aangemerkt ? een algenoegzaam God voor ieder bondgenoot, om hem uit Zijne volheid te verzadigen. Gen. 17 1. Ik ben de Almachtige of Algenoegzame. 2. Als een barmhartig en genadig God, die Zich in Christus met den zondaar wil laten verzoenen. Psalm 103 Barmhartig en 8, 13. genadig is de Heere, lankmoedig en groot van goedertierenheid gelijk een vader zich ontfermt over de kinderen, ontfermt zich de Heere over degenen, die Hem vreezen. 3. Ais waarachtig en getrouw in het vervullen van Zijne beloften, aan Zijne gunstgenooten gedaan. Psalm 89 Maar Mijne 34, 35. goedertierenheid zal Ik van hem niet wegnemen, noch in Mijne ge1.
Als
:
:
;
:
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van donderdag 1 januari 1914
Abraham Kuyper Collection | 348 Pagina's