Zions roem en sterkte - pagina 52

;

ARTIKEL

44

;

:

XVIII.

hier gesteld in het goddelijk welbehagen, des Vaders welbehagen geweest, dat in Hem alle volheid wonen zoude. In het bijzonder knnnen wij zeggen, dat het ons aldus het allerbekwaamste voorkomt, en ten aanzien van üod, en ten aanzien van menschen.

De oorzaak moet

Anfw.

Col.

1

19.

:

Het

is

Vraag. Geef eens reden van welvoegelijkheid ten aanzien van God ? Antw. Dat de Zone Gods mensch werd, voegde het best, wegens de orde van werken in God: dewijl God door 1. Christus de wereld heeft geschapen, zoo voegde wel dat de wereld door Hem herschapen werd wegens de werken van verlossing, die in den Middelaar 2. want de Middelaar moest van God gezonden noodig waren worden, voor ons betalen, en ons den Heiligen Geest schenken, hetwelk eigenlijk niet den Vader of den Heiligen Geest, maar bijzonder den Zoon voegde wegens de wijze van verlossing welke in den Middelaar 3. vereischt werd want door gehoorzaamheid moest Hij de zaligheid voor ons verdienen, en door zijne voorbidding aan ons toepassen. Dit werk nu geschiedt allergevoeglijkst door den Zoon. Vraag. Hoe voegde dit het best ten aanzien van ons ? Antw. 1. Wij moesten herschapen, en gemaakt worden tot dit geschiedt het best door Christus, door nieuwe schepselen 3. wien God de wereld gemaakt heeft, Hebr. 1 2. Wij hadden de herstelling noodig van Gods beeld in ons doch dit werk voegde het beste aan Christus, die het beeld des .

•

.

:

;

.

.

;

:

onzienlijken

Gods

is,

Col.

1

:

15.

Wij moesten de aanneming tot kinderen deelachtig zijn om zalig te worden, hetwelk Christus ons het beste kan deelachtig maken, die Gods eigen Zoon is, Rom. 8 32. 4. Wij moesten verzekerd worden van Gods eeuwige liefde tot ons; doch dit kan het gevoegelijkst geschieden, door Christus, 13. die de Zoon van Gods liefde is. Col. 1 Vraag. Wanneer is de Zoon Gods mensch geworden ? Antw. 1. Aangaande het juiste jaar na de schepping der wereld, is het niet met zekerheid te zeggen, wegens de veelvuldige zwarigheden die de geleerden in die tijdrekening ontmoeten. Zoo is het ook ten aanzien van de maand, week, dag, en uur waarover de geleerden onder elkander twisten; doch het algemeen gevoelen der Christenen is, dat er sedert de schepping der wereld tot de geboorte van Christus vier duizend jaren verloopen zijn. 2. Anders kan men zeggen, dat de Heere Christus is mensch geworden, 1—7; onder de regeering van Keizer Augustus, Lukas 2 a. b. toen Herodes koning was over het Joodsche land, Matth. 2:1; toen er eene beschrijving geschiedde onder de stadhouderc. lijke regeering van Cyrenius over Syrië, Lukas 2:2; Maar wanneer de 4. in de volheid des tijds, Gal. 4 d. volheid des tijds gekomen is, heeft God zijnen Zoon uitgezonden, geworden uit eene vrouwe, geworden onder de wet. 3.

:

:

.

•

.

:

:

Vraag.

Wat noemt

gij

de volheid des

tijds ?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen