Starrentritsen - pagina 96
94
En de meer deel uit onze groep op hun candidaten over te brengen. democratische groepen vragen zich af, of ze onze arbeiders niet van ons
af
kunnen trekken.
Zelfs de Christelijk-Historischen overlegden, of er in dit tumult
geen
En gelijk men zag, eieren gelegd zijn, die zij konden uitbroeden. de vraag der onCoalitiegenooten Roomsche de verluidde zelfs onder kon berokkenen. schade geen hen erve voor onze woeling of de op rust, Zonder voorbehoud koos men bij dit alles eenparig tegen ons en voor de dissentieerende partij. Zoo is het van 1874af steeds geweest. Altoos tegen Groen van Prinsterer en tegen Kuyper, en wierookgeur walmend voor wie tegen de kern der Antirevolutionaire Partij reageerde. Het toont toch dat de Natuurlijk wordt dit door ons gevi^aardeerd. Maar er blijkt principieele vastigheid het meest aan onzen kant is. dan toch ook uit, dat het lancet niet in deze wonde kon worden ge-
En 't moest tot een vrij langdurig genezingsproces leiden. nu zou fataal gewerkt hebben, zoo we er pas in 1917 mee begonnen waren. Zulk een proces neemt tijd. Vandaar, dat we reeds stoken, of dit
nu de wonde bloot legden. Er is nu ruimte van tijd om de wondeplek grondig te onderzoeken, en op het vinden van de best genezende pleister bedacht te zijn. En geen twijfel, of hierin zullen we slagen. Laten de heeren buitenstaanders bij de andere partijen zich daarom niet al te vroolijk maken met hun heusch doode musch.
*
* ^
De
drie en vijftig.
Nu we van de
persoonlijke
veete
af
zijn,
zal
't
allicht
geraden
wezen de halfhonderd driestarren, waarin we het gevaar van onzen toestand hebben toegelicht, ook buiten den kring van de StandaardIjzers verkrijgbaar te stellen.
Afzonderlijke uitgave kon dan aan hen, die het vlugschrift van den heer Heemskerk lazen, aanleiding geven, om, nu de persoonlijke veete
wegviel, nader op de zaak in te gaan.
Nader onderzoek kan en mag niet uitblijven. moeten er achter komen, waaraan 't is toe te schrijven, dat we in 1908— '13 op zoo pijnlijke wijze achteruit raakten in invloed en beteekenis. Er moet worden nagegaan wat er aan onze organisatie ontbreekt, en wat ons te doen staat, om dit ontbrekende aan te vullen. Er moet meer dan dusver aandacht gewijd aan de zoo intieme vraag, hoe voortaan het verband moet worden, dat bij 't optreden van één onzer als Minister, de wederzijdsche positie zal beheerschen.
We
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915
Abraham Kuyper Collection | 108 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1915
Abraham Kuyper Collection | 108 Pagina's