Eudokia - pagina 22

16

nog artsen van hoogen naam erkennen, dat er in uit te denken dan Mozes Als minister van Binnenlandsche Zaken er voor verordende. werd hierop in 't bijzonder mijne aandacht gevestigd door /oazus, en

eerst,

nu

zake de melaatschheid niets beters valt

Fransch geschreven periodiek van wijlen Dr. Peypers, zóó zelfs dat ik er op bedacht was, deze historie in dien zin ook aan de Universiteit te doen onderwijzen, waarvoor ik hem dan ook wenschte voor te dragen. Tot mijn niet geringe teleurstelling stierf echter deze uitnemende candidaat, op 14 Januari het

in

't

maanden

twee

1904,

zoo

verviel

der

artsen

komen, dat breuke

de

eer het tot een voordracht

mijn toeleg.

Zoo

verre echter

was

komen

kon, en

vandaan,

ik er

welverzorgde kunde eerst na Bethlehem te doen opik er hoog belang in zag, wel te doen verstaan, hoe zelf,

die de val in heel de natuur veroorzaakt heeft,

op heeling en genezing bedacht deed zijn. Nimmer dacht ik er dan ook aan, om de eer van alle kunde van medischen, chirurgischen of obstetrischen aard voor de Christelijke religie op te Ook met wat Aesculaap, Hippocrates, Galenus, en eischen. de

straks

Islam bracht voelde ik steeds, dat ernstig te rekenen

Zelfs schijnt

viel.

van

heeren

't

mij hoogst eenzijdig toe, dat onze

thans schier uitsluitend rekenen met wat

genees-

juist

onze

tijd doorzag en vond, en dat men vondsten nauwelijks meer meetelt. Het is dan ook een miskenning, die mij zeer doet, zoo mij wordt toegedicht, als of ik voor de rijke historie der geneeskunde, die tot zelfs in de planten- en dierenwereld terug gaat, in de menschelijke obstetrie reeds met

Boerhave's en van Swieten's

Adam

begon, en sinds dien in

alle

volken en natiën werd door-

geen open en dankbaar oog had. Neen, wat ik bedoelde wijzen [op wat ook de artsen aan het Christendom verschuldigd zijn, bedoelde ik twee geheel andere, onloochenbare feiten, eenerzijds in de medische wetenschap, anderzijds in de gezet,

met

te

krankenverpleging.

volmondig erkende, de poging om wat wond werd te heelen, en wat krank viel te genezen, even oud als het menschelijk geslacht. Wie kennis neemt van de Egyptische documenten, die Ebers uitgaf, en die dagteekenen van eeuwen vóór Christus, staat verbaasd over de ontwikkeling van Ongetwijfeld

de

is,

afzonderlijke

gelijk ik reeds

medische

vakken,

die

destijd

reeds beoefend

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen