Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 309
met nadere toelichting op Ons program. Eerste deel. De beginselen.
301
DE VOLEINDING. zullen
alle
menschen en
der
geslachten
zien,
heerlijkheid
aarde
en
vveenen,
zullen
den Zoon des
komende op de wolken des hemels, met groote kracht
.... De hemel
en de aarde zullen voorbijgaan
Waakt dan, want gij weet niet, in welke ure uw Heere komen zal." En voorts in Mattheus 25 31 v.v. „En wanneer de Zoon des Menschen komen zal in Zijn heerlijkheid .... dan zal Hij zitten op den troon :
:
....
en voor ze
zal
Hij
Hem
zullen alle de volken vergaderd
van malkander scheiden,
worden
en
een herder de schapen en
gelijk
bokken scheidt." Reeds in Jesaja 65 17 was het geprofeteerd: „Ziet, Ik schep nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, en de vorige dingen zullen niet meer gedacht worden en zullen in het hart niet opde
:
komen."
zooals in Openbaringen 21:1 de vervulling ons getee-
Juist,
als het heet:
kend wordt,
„En
zag een nieuwen hemel en een nieuwe
ik
was voorbijgegaan en
aarde, want de eerste hemel en de eerste aarde
de zee was
niet meer."
op
proces
het
dat
voorstelling,
men
Hierop afgaande, komt
niet
te
bepalen
is,
derhalve
tot
deze
hoe lang het tegenwoordige
aarde nog zal aanhouden; dat niemand hieromtrent
deze
met eenige zekerheid een aanwijzing kan geven maar dat wel tweeërlei vaststaat, en wel 1 dat het nu nog steeds doorgaande wereldproces eens plotseling wordt afgebroken en 2*^ dat, als het wordt afgebroken, ;
;
al
bestaat of dan zal bestaan, te niet gaat en vervangen zal
wat nu
worden door een geheel nieuwen toestand, hier als een „nieuwe aarde onder een nieuwen hemel" aangeduid. Hiermede nu is, wat de geleerden ons willen doen gelooven, dat de Staat de mystieke kracht in zich
bezit,
om
geslacht
tot
krachten
te
feten
van
ons de voleinding tegen
de
voltooide
te
voeren en ons menschelijk
eindontplooiïng
van de haar ingeschapen
brengen, volstrekt onvereenigbaar. het
Oude Verbond, van
Jezus'
Naar eigen
luid
van de pro-
stellige
uitspraak
en van de Apocalyptische voorspiegeling in de Openbaringen, zal de vijandschap tegen God en zijn Christus, d.i. de ongerechtigheid, tot den einde toe voortduren, zal er van een hoogere volmaking van ons menschengeslacht geen sprake zijn, en zal er aan den bestaanden misstand
een einde komen,
doordat de deugd hier de boosheid overwint, maar geheel deze bedeeling een einde maakt, en door
niet,
God aan ingrijping een geheel nieuwe bedeeling in het leven mechanische een roept. In het eind der dingen zal de Staat niet blijken de Redder der menschheid te zijn geweest, maar veeleer in zijn machteloosheid worden doordat
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's
![Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 309](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/abraham-kuyper-collection/antirevolutionaire-staatkunde/1916/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's