Antirevolutionaire Staatkunde - pagina 57
met nadere toelichting op Ons program. Eerste deel. De beginselen.
:
49
INSTELLING VAN RECHTSVERHOUDINGEN.
ons menschen maken, naar ons beeld, naar onze gelijkenis, en dat ze over de visschen der zee, en over het gevogelte
hebben
heerschappij
des hemels, en over het vee, en over de geheele aarde en over
de
mensch,
den
dien geschapen
wordt aan
nu
en
mensch, aan man en vrouw, een zegen toebeschikt, en Immers, zoo staat er
Weest
en
vogelte
tweede
over
vrucht
het
plaats
voor
ze
aarde
der
ze
op
dat
gedierte,
wordt hun
welke vruchten
u,
en
vervult
dit
wel door
zeide tot hen
de
aarde,
en
hebt heerschappij over de visschen, over het ge-
en
haar
onderwerpt
vermenigvuldigt
en
vruchtbaar
„God
:
dien zegen
bij
wordt hun een veelbeduidende rechtsmacht gegeven, en uitdrukkelijke verleening.
het
Eerst daarop volgt dan
kruipend gedierte, dat over de aarde kruipt".
schepping van
al
de
En
aarde kruipt".
in
de
Scheppingsordinantie aangezegd, over
bij
voeding konden beschikken, en wat
eigen
aan het gedierte moesten toewijzen.
Uiteraard
waren beide deze alomvattende beschikkingen rechtsbeschikkingen. Het
man en vrouw, was
paren als
dierenexempel
het
verleid,
niet iets,
uit
waartoe ze steelsgewijs, door
zinnelijken
maar het paren werd hun van Godswege met het
om
doel,
nadat
dit als
te
leven wordt
sexueele
het
menschelijk geslacht
het
hiermede zoolang voort
gaan
tot
vermenigvuldigen, en
Hij
zal
's
menschen
van rechtsmacht,
in
in
eerst
was
d.
aller
i.
maar ze aan zich
Beide alzoo verleeningen
van eigendomsrecht en van gezagsrecht. Immers
dingen volstrekte eigenaar, en verleent nu krachtens
Zijn absolute souvereiniteit het gebruiksrecht van dit alles aan
tot
Geheel
En
recht over de aarde
die aarde niet alleen vervullen,
onderwerpen en er heerschappij over bezitten.
In
zijn.
alzoo onder heilig recht gesteld.
grondslag voor het menschelijk leven op deze aarde vast-
zelve beschikt.
zelf
te
roeping voorgehouden
de aarde zou vervuld
stond, wordt nu in de tweede plaats
God
drang mochten overgaan, als
den mensch.
de derde plaats wordt dan deze heerschappij van den mensch uitgebreid geheel
de dierenwereld, die
in
de wateren, op den aardbodem of
Van meet af stond meer dan één van deze dieren reuzengestalte tegen den mensch over, vooral in het paleontologische
de
lucht huist.
maar, tegen allen schijn
tijdperk, al. te
grooten
dierenwereld
mensch de toegekend.
in,
volstrekte
En
in
wordt desniettemin aan den heerschappij
over
niet
geheel deze
de vierde plaats eindelijk wordt het
recht op de vrucht der aarde tusschen mensch en dier verdeeld. Naar
geheel
deze
Toelichting
voorstelling
is
het dus niet de mensch, die van wat er 4
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 1916
Abraham Kuyper Collection | 736 Pagina's