Leven en arbeid van Dr. A. Kuyper - pagina 12
EEN WOORD VOORAF.
VI
en het werk
te
ondernemen?
zooveel mogelijk spreken en
Ik dacht: laat Dr. blijf zelf
Kuyper
in het boek
zooveel mogelijk op den achter-
Tracht een museum van Dr. Kuyper s denkbeelden te geven. Daartoe zag ik cenige kans. Gedurende een veertigtal jaren had ik hem gevolgd. In zijn werken voelde ik mij eenigermate te huis. Er moest nog wel veel nagepluisd worden; al voortarbeidende zou nog wel het een en ander te onderzoeken zijn. Doch ik dacht dat dit te overkomen was. Bij dat napluizen kwam mij de bibliotheek van de Vrije Universiteit goed te stade, hetgeen nog verhoogd werd door de hulp die mij gewerd van den adjunct bibliothecaris, den student in de Theologie P. N. Kruyswijk, dien ik daarvoor mijn erkentelijkheid betuig. Ik gevoel mij ook verplicht aan mijne ambtgenooten Ds. B. van ScJielven en Dr. J. C. de Moor die mij gewenschte inlichtingen gaven, en aan den Heer W. G. B inttendijk, die mij zoo menig boek verschafte en mij diende met zijn kennis omtreitt Dr. Kuyper s arbeid. Ook mijn hartelijken dank aait den Heer J. K. van Loon, een van de redacteuren van „De Standaard" voor zijn vriendelijke hulp door het leenen van boeken en het geven van inlichtiftgen m,ij bewezen. De lezer zal in dit werk weinig verwijzing vinden naar de bronnen waaruit geput is. In een wetenschappelijken arbeid tnag dit niet otitbreken ; in een werk als dit, kan het wel. De uitgever had mij een bestek gesteld van ongeveer 20 vellen druks. Het is overschreden. Ik heb moeten schrappen van ivat reeds geschreven was. Maar wanneer ik in noten had moeten aangeven, waaraan veel van datgene wat ik liet 'j drukken ontleend was, of waardoor dit gerechtvaardigd werd, dan had ik nog meer moeten laten wegvallen. Toch wil ik er op wijzen, dat ik van de schets door „Jhr. Mr. W. H. de Savornin LoJiman' van Dr. Kuyper in „Mannen van beteekenis", waarmede deze serie van levensbeschrijvingen geopend werd; het „Beknopt Overzicht van de geschiedejtis der Ned. Geref. kerken in de 19'^* eeuw" van Prof. Dr. W. Geesink ; „Leider en leiding" door Prof. Mr. A. Anema c.s. ; „Na eer en staaf', van Prof. Dr. H. Visscher ; „De stille stem" van den heer Tutein Nolthenius; „Staatsrecht en Politiek", van Air. D. P. D. Fabius ; „De doleantie" van Ds. Ruilmann; „Dr. A. Kuyper als Leider van het volk en als Minister", door den heer H. de Wilde, enz., een dankbaar gebruik heb gemaakt. Dat ik voorts vele belangrijke dingen in het leven en den arbeid grond.
,
van Dr. Kuyper niet behandeld heb, zal menigeen opvallen. Ik wijdde geen afzonderlijk hoofdstuk aan Dr. Kuyper als journalist. Ook op dit terrein was hij „facile prl\ceps" (gemakkelijk de eerste). Dat ik dit niet aantoonde, vindt zijn oorzaak in het feit, dat dit uitvoerig
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1919
Abraham Kuyper Collection | 362 Pagina's