GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 211

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 211

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

20e JAARGANG — NUMMER 29

13 APRIL 1973

Waarschuwing aan hardnekkige „zwartlopers"

W E E K B L A D VRIJE UNIVERSITEIT

Wie in de cursus 1972/1973 colleges, werkgroepen of practica volgt of gevolgd heeft en zich niet heeft laten inschrijven, doet er goed aan te bedenken dat zyn betalingspllcht ook na het einde van deze cursus biyft bestaan. Het is heel goed mogelijk dat te zijner tijd alsnog betaling van inschrijvingsgeld en collegegeld voor de cursus 1972/1973 wordt geëist als voorwaarde voor de toelating tot een examen. De wet laat deze sanctie nu niet toe, maar zij kan in deze zin gewijzigd worden. College van Bestuur

Ad hoe-commissie UR

OVER DE CIE-DOELSTELLING Ingevolge artikel 1.7.1. Vrije Universiteit Reglement heeft de universiteitsraad de opdracht een 'commissie doelstelling' in te stellen om te bevorderen dat de doelstelling der universiteit werkelijk funktioneert. Daar tot op heden iedere nadere omschrijving ontbreekt, is de universiteitsraad tevens belast met het nader regelen — onder goedkeuring van het bestuur der vereniging — van samenstelling, opdracht en werkwijze van de 'commissie doelstelling' (artikel 1.7.2. Vrije Universiteit Reglement). Ter voorbereiding van een dergelijke nadere regeling verzocht de raad zijn commissie doelstelling ad hoc — daartoe uitgebreid met de heren Hessels Mulder en Lever — om advies terzake.

Totstandkoming advies In eerste instantie is door de commissie doelstelling ad hoc hel tot stand brengen van een advies overgelaten aan de heren Hessels Mulder en Lever, bijgestaan door de heer Donner als sekretaris. Door dit drietal werd zowel individueel als gezamenlijk gesproken met een groot aantal leden van de universitaire gemeenschap, behorend tot alle geledingen en alle faculteiten. Deze gesprekken leverden een beeld van hetgeen men enerzijds van een 'commissie doelstelling' verwacht en hoe men anderzijds deze commissie zou willen zien samengesteld en funktioneren. Het is niet goed mogelijk een overzicht te geven van al hetgeen in deze gesprekken ter tafel is gekomen; dit advies zou, zonder overigens ook maar een tel de aandacht te doen verslappen, buiten alle proporties groeien. Opgemerkt ziJ slechts, dat allen, die werden benaderd, zonder uitzondering hun medewerking toezegden en een gewaardeerde bijdrage leverden. Men mag hopen en verwachten dat ook de definitieve 'commissie doelstelling' allerwegen eenzelfde medewerking zal ervaren. Dit advies, tenslotte, is niet een grootste gemene deler van alle aangedragen suggesties en initiatieven, veeleer heeft de commissie zich ertoe bepaald de in haar ogen meest waardevolle gedachten tot een werkbaar geheel samen te brengen.

De doelstelling Oe doelstelling van de universiteit, zoals geformuleerd in

Samenstelling: Bureau pers en voorlichting, De Boelelaan 1105 (Postbus 7161) Arasterdam, tel. 48 26 71. Kopy, niet bestemd voor de mededelingenrubriek, moet (getypt) ulteriyk maandagmorgen om 10 uur binnen zijn. Advertenties: J. Q. Duyker, Amsterdamseweg 397, Amstelveen. Postbua 228. Tel. 020-43 2615; bgg 431810

artikel 1.3.1. Vrije Universiteit Reglement, zal uitgangspunt voor de taakomschrijving en werkwijze van de 'commissie doelstelling' zijn. Stelt men zich de vraag of deze doelstelling nog wel een voldoende hechte basis biedt om het instellen van een 'commissie doelstelling' te rechtvaardigen, dan blijkt deze oommissie veel meer te worden gezien als een, tot heden node gemist noodzakelijk complement De UR-ad hoc-cie doelstelling heeft het hierby afgedrukte rapport van haar werkzaamheden aan de UR aangeboden met een brief, waarin tij nog enkele nuanceringen naar voren brengt. De commissie zegt daarin onder meer 'enige moeite te hebben met de tamelijk formele wijze van spreken over de doelstelling zonder dat daarbij duidelijk uitkomt wat de inhoud van deze doelstelling is. De commissie beseft dat de aard van het rapport zakelijk is en ziet in de formulering van het rapport dan ook minder een steen des aanstoots dan een aanleiding om aan te geven dat zij ook tot de taak van de definitieve commissie doelstelling rekent een bezinning op de inhoud van de doelstelling. In dit verband zij ook opgemerkt, dat de commissie ervan uitgaat dat de huidige formulering van de doelstelling de eerste jaren geen wijziging zal ondergaan. Voorts zij opgemerkt dat naast talloze andere praktische suggesties ten aanzien van de voorgestelde taken voor de commissie doelstelling, de commissie met name zeer lütvoerige aandacht heeft besteed aan het feit dat thans in alle fakulteiten vragen rond de mens en de ontwikkeling van een mensvisie aan de orde zijn. In verband met de beide eerste taken meent de commissie dat ook de definitieve commissie doelstelling het hare zal moeten bijdragen aan de geschetste ontwikkeling. Verder wUst de commissie erop dat het eerste deel van het rapport een zuiver feitelijke weergave is van binnen de universitaire gemeenschap gepeilde meningen en als zodanig niet voor discussie vatbaar.

voor een goed funktioneren van de doelstelling. Vrij algemeen is de gedachte dat doorwerking van de doelstelling, als karakteristiek element van de Vrije Universiteit, ruggesteun behoeft, een goed funktionerende 'commissie doelstelling" zou daartoe een wezenlijke bijdrage kunnen zijn. Intussen, de doelstelling neemt niet voor ieder eenzelfde plaats in. Vraagt slechts de enkeling zich af of handhaving nog zinvol is, onder de voorstanders zijn er, die menen dat de doelstelling wel misbruikt is, bijvoorbeeld bij

benoemingen en verkiezingen. Ook anderen vragen zich af of men niet vaak te zeer heclit aan instemming met de doelstelling, waardoor, ten nadele van meer capabele niet-instemmers, soms minder capabele instemmers een voorkeur genieten bij benoemmgen (sommigen zien hierin aanleiding kadervorming binnen eigen krmg op bepaalde vakgebieden te bepleiten, zodat ook daar meer zeer-capabelen zullen zijn). Bij weer anderen rijst de vraag hoe het komt dat veel studenten, die komen uit de hoek van waaruit de Vrije Universiteit is opgericht, zich geroepen voelen zich negatief tegenover haar op te stellen en waarom het onderwerp 'socialistische wetenschap' een volle zaal eendrachtige studenten trekt en het onderwerp 'christelijke wetenschap' een klein aantal kibbelende oude heren? Binnen de universiteit vraagt de doelstelling om realisering van een christelijke leef- en werkgemeenschap, die er naar zeer veler oordeel nog in onvoldoende mate is. Deze kan veel omvatten: aandaclit voor een verbetering van de onderlinge, ambtelijke en funktionele relaties; een goed werkmilieu, ook in ruimtelijk opzicht; een personeelslntroduktie, die steeds de doelstelling omvat; een begeleiding in het

werk voor iedereen (,'iedereen heeft recht op een baas'); een goede toerusting. Men spreekt van de noodzaak van een mentaliteitsverandering, niet alleen wanneer het gaat om het oplossen van parkeerproblemen, maar ook bij het collegebezoek ('hinderlijk ki'antenlezen'), het kantinebezoek en het gebruik van faciliteiten in het algemeen. Ook over de betekenis van de doelstelling voor het eigenlijke werk van de universiteit bestaan verschillende meningen. De één vraagt zich af of de Vrije Universiteit ook in de toekomst haar christelijke doelstelling moet behouden (is de christenheid bij andere vormen en structuren misschien meer gebaat?); een ander verduidelijkt: wellicht behoeft Nederland eerder een 'Christian Institute for Advanced Studies' — zich in zijn wetenschappelijke ontplooiing beperkend tot die gebieden waar een duidelijk woord te spreken valt — dan een volledige christelijke universiteit. Voor een derde maakt de doelstelling juist een goede maar ook zo volledig mogelijke universiteit nodig, waarin de keuze van onderwerp of terrein van onderzoek wordt bepaald door het doel, terwijl een volgende juist meent dat de keuze vrij is, maar dat bij de uitvoering

Hoofägebomo Vrije Universiteit gesien vanaf de

Buitenveldertselaan.

van het onderzoek de doelstelling tot uitdrukking zal moeten komen. Ten aanzien van de klassieke benadering van het thema 'geloof en wetenschap' meent men wel dat duidelijk gesteld moet worden dat dit meer speelt op het ene dan op het andere vakgebied, maar er nooit aan de haren bijgesleept moet worden. Zo zegt men, dat duidelijk is dat de doelstelling voor het wetenschappelijk bedrijf van onze theologische faculteit relevant is, maar men vraagt zich af of dit ook zo vanzelfsprekend is voor alle andere faculteiten en subfaculteiten en zelfs voor bepaalde onderdelen van de centrale interfaculteit? Dient thans bij het thema 'geloof en wetenschap' niet veeleer gedacht te worden aan de wijze van wetenschapsbeoefening, aan wetenschapsethiek, verantwoordelijkheid, confrontatie met andere levensbeschouwingen e.d.? Tenslotte bepaalt de doelstelling ook de plaats van de universiteit in de samenleving. De plicht aandacht te besteden aan de leefbaarheid van de wereld en aan de structuur van de samenleving wordt toegespitst op drie problemen: het milieu en het bevolkingsvraagstuk; oorlog en vrede; rijkdom en armoede. In toenemende mate moet de universiteit zich aktief met deze problemen bezig houden en meezoeken naar oplossingen. Noodzakelijk daartoe is in ieder geval dat men van elkaar steeds kan weten welke problemen, hoe worden aangepakt. Dit vereist een uitstekende communicatie, informatie en discussie.

Vervolg op pagina 5

(Foto J, van der Hoeden)

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 211

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's