GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 167

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 167

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

AD VALVAS - 2 MAART 1973

3

MAXIMUM STUDIETOELAGE

De Tweede Kamerleden A. J. Hermes (KVP), drs. O. van Leyenhorst (CHU) en dr. A. J. Vermaat (ARP) hebben op 25 Januari de volgende schriftelijke vragen aan de regering gesteld: 1. Kan de minister bevestigen, dat de maximum studietoelage voor het wetenschappelijk onderwiljs ƒ6760,— bedraagt, waarvan — ƒ1100,— zQnde het bedrag van het college- en inschr^fgeld, als renteloos voorschot wordt gegeven en het resterende wordt verdeeld in 70 pet. beurs en 30 pet. renteloos voorschot, zodat totaal een maximale beurs wordt gegeven van ƒ3690,— en een maximaal renteloos voorschot van ƒ2800.—? Minister mr. C. van Veen (onderwijs en wetenschappen) heeft op 21 februari als volgt geantwoord: 1. In deze vraag wordt de samenstelling van de maximale rijksstudietoelage niet Juist voorgesteld. De Juiste formulering is als volgt: De maximale ryksstudietoelage voor het wetenschappeiyk onderwas bedraagt ƒ5.660,— vermeerderd met het bedrag van het eventueel verschuldigde collegeen inschryvingsgeld. De vorm waarin de studietoelage wordt verstrekt, is steeds als volgt: de eerste ƒ 1.100,— van de studietoelage zijn een renteloos voorschot; het meerdere wordt voor 70 pet. in de vorm van een beurs en voor 30 pet. in de vorm van een renteloos voorschot verstrekt. Met het verstrekken van de toelagen in deze vorm — voorheen werd toegekend in de verhouding 60 pet. beurs en 40 pot. renteloos voorschot — wordt beoogd het voorschotgedeelte te doen variëren met de hoogte van de toelage, zodat een student met een grotere toelage naar verhouding minder behoeft terug te betalen dan een student met een kleinere toelage. Vraag; 2. Is het verder juist, dat een 4de of oudere jaars student in de theologie slechts maximaal een studietoelage kan ontvangen van ƒ5760,— {ƒ5660 + ƒ100,—), omdat hq geen collegegeld, maar alleen inschrijfgeld behoeft te betalen, waarbq toch ƒ 1100,— wordt ontvangen als renteloos voorschot en het resterende gedeelte eveneens wordt verdeeld in 70 pet. beurs en 30 pet. renteloos voorschot, zodat totaal een maximale beurs wordt ontvangen van — ƒ3260,— en een maximaal renteloos voorschot van ƒ2500,—? 3. Is het tevens juist, dat de overige theologiestudenten slechts een studietoelage kunnen ontvangen van maximaal ƒ 6260,— (ƒ5660,— + ƒ500,— + ƒ100;—), omdat zy slechts ƒ500,— collegegeld en ƒ100,— inschryfgeld behoeven te betalen, waarby eveneens ƒ 1100,— wordt ontvangen als renteloos voorschot en het resterende gedeelte wederom wordt verdeeld in 70 ^ct. beurs en 30 pet. renteloos voorschot, zodat totaal een maximale beurs wordt ontvangen van ƒ3610,— en een maximaal renteloos voorschot van ƒ 2650,—? .intwoord: 2. en 3. Deze vragen worden be­ vestigend beantwoord.

VERKIEZINGEN STUDENTLEDEN UR

Vraag: 4. Is de minister niet van oordeel, dat de berekeningen zoals onder vraag 2 en 3 vermeld niet lo­ gisch voortvloeien uit de bedoe­ ling de theologiestudenten geheel of gedeeltelijk vrti te stellen van het collegegeld omdat het bedrag aan collegegeld, dat zy niet be­ hoeven te betalen en dus ook niet als studietoelage ontvangen, wel wordt afgetrokken voor 100 pet. renteloos voorschot van ƒ 5660,— en eenrl daarna de verhouding 70 pct.-30 pet. wordt toegepast, waardoor het bedrag van ƒ 5660,— niet beschikbaar wordt gesteld als ƒ3960,— beurs en ƒ1700,— renteloos voorschot, zoals hg alle andere studenten, die in aanmerking komen voor een maximale studietoelage, maar als ƒ 3260,— beurs en ƒ 2400,— renteloos voorschot of als ƒ3610,— beurs en ƒ2050,— renteloos voorschot? Antwoord: 4. Deze vraag beantwoord Ik ontkennend. By de bepaling van de vorm waarin de toelage wordt verstrekt, is het oog gericht op een andere doelstelling (onder 1 omschreven) dan op het collegegeld. Het Is nimmer de bedoeling geweest de vorm waarin de rijksstudietoel£.ge wordt verstrekt te laten afhangen van de hoogte van het college- en inschrijvingsgeld. Vermindering of vrijstelling van collegegeld hebben dus geen invloed op de hoogte van het bodembedrag van de toelage, te weten de eerste ƒ l.IOO,—, die In alle gevallen in de vorm van een renteloos voorschot worden verstrekt. Vraag: 5. Is de minister niet van mening, dat alhoewel een vast bedrag, dat voor 100 pet. als renteloos voorschot wordt berekend, voor verschillende studietoelagen wellicht nog te verdedigen is, het toch niet de bedoeling kan zijn geweest dat de gehele of gedeeltelijke vr^stelling van het collegegeld voor de theologiestudenten een ongunstig effect op de studietoelagen van deze studenten zou hebben? Antwoord: " 5. Van een ongunstig effect is naar mijn mening geen sprake. De vrijstelling of vermindering van collegegeld hebben tot gevolg dat het te dekken studiekostenbudget daalt met ƒ 1.000,— respectievelijk ƒ 500,—. Dientengevolge kan de toelage voor de hier bedoelde studenten in de theologie ƒ 1.000,— respectievelijk ƒ 500,— lager zijn dan van een student van een andere faculteit In vergelijkbare omstandigheden, wat weer tot gevolg heeft dat hun studieschuld ƒ300,— respectievelijk ƒ 150,— per Jaar minder bedraagt dan In het geval van die andore student. De vrijstelling c.q. vermindering van collegegeld heeft dus ook voor de bursaaltheologiestudent een gunstig effect. Vraag: 6. Is de 'minister bereid, zo hij vraag 4. en 5. bevestigend kan beantwoorden, de nodige maatregelen te nemen om dit ongunstig effect te compenseren? Antwoord: » 6. Gezien de antwoorden op de vragen 4. en 5. luidt het antwoord op deze vraag ontkennend. (Persbericht O W 22-a-'73)

Toellehüng barekanine stndtetoeïflgeil

n

student Bigemeen maz, toslaga

student theologie 4e of oudere jaars mas. toelage

seeo

566(1 5760

lOD 1009 6760

100

<—

loo->Tenf6V,

eseo^enter.

beura

beura

De bedragen zijn hieï en d a » sfgeiond.

in student theologie overige studente» nas, toelage 100

— >

too «— 2400 8S00 '3260

SOO

5660 6260

100->rent6v. 500-»rentev, 8660^rentev. beurs

100 500

2050 2630 3010

Kiesregisters In de periode van 5 tot 16 maart 1973 liggen de deelregisters van de afzonderlijke districten ter visie op de hierna vermelde adressen. dlstr.nr.

sub/inter/faculteit

contactadres

15

godgeleerdheid

Hoofdgebouw 14A-18, adjunct-secretaris

16

rechtsgeleerdheid

Hoofdgebouw 5A-18, adjunct-secretaris

17

geneeskunde (incl. tandheelktmde) en lichamelijke opvoeding

Van de Boechorststraat 7. balie fac. bureau Ie etage, alsmede De Lalressestraat 142. k. 107, adjunct-secretaris

18

wiskimde en natutorwetenschappen en fysische geografie

De Boelelaan 1081, H 308. de heer C. P . Blok, al»nede De Lalressestraat 174, NB-06. mevrouw A. A. K o k

19

letteren

Hoofdgebouw lOA-16, mej. E. B . Boerma

20

economie en a c t u a r i a a t en econometrie

Hoofdgebouw 2A-15, meJ. P . v. d. Broek

21

sociale wetenschappen

Psychologlcum, k. 23, meJ. L. Veiten Van Eeghenstraat 112, mevrouw C. L. Bongers

22

centrale interfaculteit en sociale geografie (Incl. plajiologle)

Hoofdgebouw 13A-15, meJ. C. M. B r e m a n Hoofdgebouw 7A-18, adjunct-secretaris

Een (volledig) Mesregister — omvattende district 15 tot 22 — k a n men inzien op h e t informatiecentrum, Hoofdgebouw lD-03. Op alle bovenstaande adressen k a n ook h e t klesreglement, waarin t.o.v. vorig Jaar verschillende wijzigingen zlJn opgenomen, worden geraadpleegd. Voorstellen tot wyzigng v a n h e t klesreglster k u n n e n worden gedaan tot de laatste dag van de ter Inzage legging, zijnde 16 m a a r t , bij de kiescommissie, of by een van de voorvermelde adressen, d.m.v. een a l d a a r verkrygbaar formulier (zie E.2.4. kiesreglement). Tijdschema verkiesingen 1 februari 1973: peildatum voor 'aktlef kiesrecht'. 5-16 m a a r t 1973: deelregisters liggen ter visie. 19 m a a r t 1973: voorlopige vaststelling klesreglster. 26 m a a r t 1973: — n a behandeling van mogeiyke beroepen — definitieve vaststelling van h e t klesreglster. 26 m a a r t - 9 april 1973: gelegenheid tot k a n d i d a a t stelling. 16 april 1973: — n a behandeling van eventuele beroepen — bekendmaking van de gestelde k a n didaten. 7 mei 1973: verzending stembiljetten. ADRES

KIESKOIVIMISSIE:

18 mei 1973: sluiting stembus. 30 mei 1973: ulteriyke d a t u m waarop verkiezingsuitslag bekend wordt gemaakt. Vrije kiesvereniging Ook t h a n s komt h e t kiesreglement tegemoet a a n h e t eventuele verlangen van een groepering in alle districten kandidaten te stellen. Verzoeken daartoe dienen schriftelijk en voorzien van de handtekeningen van minimaal 50 kiezers vóór 26 m a a r t 1973 by de kiescommissie te zyn Ingediend (zie F. 11 kiesreglement). z y die dit recht graag a a n zich toegekend zouden zien, wordt aangeraden vroegtydlg contact op te nemen met de kiescommissie. Samenstelling kiescommissie Het College van Bestuur (her) benoemde als lid van de kiescommissie: Prof. mr. P . J. Boukema, tevens voorzitter J. Bestebreiu'tje J . P . H. Donner A. J . N. de P a t e r (bulten-unlversltalr lid) Drs. W. H. S c h r a m C. Zeylemaker P. J. Paber, tevens secretaris Adviseur: K. F . Molenaars.

HOOFDGEBOUW 2D-26, TELEFOON (48)3601.

DRE MENINGEN Vervolg pag. 1 volging van hen die opkomen voor raciale gerechtigheid. b. de V.U. mede verantwoordelyk wordt voor de diskrimlnatie aan de P.U. wanneer zy zich onderwerpt aan de voorschriften van de P.U. waardoor de V.U. gastdocenten slechts aan blanke studenten kollege kunnen geven. c. geen enkel resultaat verwacht mag worden van een gesprek over raciale gerechtigheid daar een dergeiyke dialoog ook in het verleden nimmer tot enig resutaat heeft geleid. Voorstellers van deze 'harde lyn' sluiten zich gaarne aan bij de voorstellen om de steun aan de nlet-blanke tmlverslteiten en studenten krachtig te stimuleren. De voorstanders van het tweede voorstel verschillen slechts in zoverre van de Indieners van het eerste voorstel van mening, dat zy ten aanzien van het sub 1 (c) geno«nde — hoewel verre van optimistisch — toch enig positief resultaat van een dergeiyk gesprek niet by voorbaat uitsluiten. Met name zien zy in het openen daarvan een kans om duideiyker en uitvoeriger dan dit door een eenvoudige , opzegging van de overeenkomst zou gebeuren de gronden te kunnen aangeven waarop men in Nederland en met name aan de V.u. het apartheldssysteem . verwerpt. zy die het voorstel van de heer Feddema ondersteunden, verwoordden daarin met name htm bezorgdheid dat een reeds by de opening van het gesprek te stellen voorwaarde dat voortzetting van de overeenkomst afhankeiyk zou zyn van het resultaat van dat gesprek, door Potchefstroom gevoeld zou worden als een dreigement dat by voorbaat een vruchtbare diskussie zou torperderen.

Ook spraken zich voor dit voorstel uit enkele leden die ernstige bezwaren zouden hebben tegen een procedure die uiteindeiyk wel zou moeten leiden tot een verbreking van de band met Potchefstroom, hetgeen volgens hen onnodige polarisatie van de standpunten zou betekenen. Over de wyze waarop het kritische gesprek waarvan üi de belde laatste voorstellen sprake is gevoerd dient te worden, was men het er over eens dat gezien de ernst en complexiteit van de problematiek slechts een mondelinge gedachtenwisseling adekwaat zou zyn. Een dele-

gatie van V.U.-zyde zou een bezoek aan Zuid-Afrika dienen te brengen, terwyi anderzyds een P.U.-delegatie naar de V.U. zou dienen te worden uitgenodigd. Ook was men unaniem van mening dat in het gesprek ruime aandacht zou moeten worden geschonken aan de meningen van zowel blanke als nlet-blanke christenen in Zuid-Afrika, by wie de V.U. mede op grond van haar relaties om advies zou .kunnen aankloppen. In dat verband werden met name genoemd, dr. Beyers Naudé en andere medewerkers van het Chrlstelyk Instituut, de V.U. (bantoe)-bursalen die de laatste jaren aan de V.U. hebben gestudeerd en Rev. Maqina, de president van de African Independent Churches Association, die onlangs nog een bezoek aan de V.u. heeft gebracht.

informatiecentrum hoofdgtihnuw kamer ID 03

Mededelingen van de afdeling onderzoek en ontwikkeling van wetenschapi>elük onderwqs Rqksuniversiteit Utrecht: — E. M. Everwyn en A. J. J. WUlemsen Validatleonderzoek naar methoden om studletyd te meten; ultg. in samenwerking met het Centrum voor onderzoek van het wetenschappeiyk onderwys Universiteit van Amsterdam. 87 blz. — G. O. M. Lelth Personality, Intellectual style and study background. 12 blz. — A. Christiaensen Student en studieomgeving; een literatuuroverzicht. 250 blz, Mc Kinsey planning; samenvatting en kritiek; ultg. door het secretariaat van de Wageningse studentenorganisatie; 2e herz, dr. febr. 1973. 25 blz. Aanmeldingsprocedure a.s. eerstejaarsstudenten wetenschappeiyk onderwys 1973-'74. Brochure van de centrale cie. aanmelding en plaatsing.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's

Ad Valvas 1972-1973 - pagina 167

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 augustus 1972

Ad Valvas | 284 Pagina's