GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Officieele Berichten.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Officieele Berichten.

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

THEOL. SCHOOL.

Dinsdagavond, half 7, hield Prof. L. Linde boom, aftredend Rector der Theol. School, nadat gezongen was Ps. 68 ; 10 en de zegen des Heeren gevraagd, eene rede bij gelegenheid van de soite overdracht van het rectoraat. Hij begon met zijne hoorders: professoren en studenten, leeraren van het gymnasium, predikanten, ouder lingen en diakenen, en verdere broeders en zusters te herinneren, dat deze dag de eigen lijke gedenkdag is van het 50 jarig bestaan der Theol. School. Was 15 Juni 1854 het besluit genomen, deze School te stichten, 6 Dec. mocht dat besluit, door Gods zegen, tot uitvoering komen, en werd de School hier te Kampen geopend. De vergadering werd opgewekt den Heere te loven en zijne daden nooit te vergeten.

Herhaling van wat 15 Juni op het gouden jubilé was gezegd, lag niet in sprekers bedoeling

Thans wilde hij spreken over hetgeen deze School kenmerkt. Zijn onderwerp was : het Dordt sche onderteekeningsformulier voor Professoren ier H. Theologie, door de eerste en al de volgende hoogleeraren met „ji" beantwoord en ook onderschreven. Dit Formulier stelt vast en wil waarborgen den grondslag, het standpunt, het doel en het karakter der Theol. School. De Geref. Kerken hebben hierbij bizonder belang, ook met het oog op de opleiding tot den dienst des Woords aan de Vrije Universiteit.

Spr. wilde weder eens de aandacht vestigen op de twee met zorg bewerkte rapporten te dezer zake, in de Acta der Gen. Synode van '99 aan de Kerken ter overweging aangeraden. Komende tot het onderwerp zelf bepaalde Prof. L. zijn gehoor:

I bij het theologisch karakter van genoemd Formulier, m. a. w. bij de beteekenis van den in dit Formulier gelegden confessioneelen grondslag voor het onderwijs in de Theologie en de opleiding tot den dienst des Woords; en 2 bij het Kerkrechterlijk karakter, va. a. w. bij de beteekenis dezer verbindingsacte voor de ver houding van Theologie en opleiding tot de Kerken en haar souverein gezag als het Huis Gods.

Spr. kwam tot de slotsom, dat de oude Geref. Kerken met dit Formulier zijn opgetreden als machthebbende ook over de Theologische weten schap en de opleiding tot den dienst des Woords; en dat in de Theol. School is verkregen, wat in de 17e eeuw niet kon verkregen worden, doordien de Gereformeerde overheid in hare houding tegenover de Kerken op het Remonstrantsche standpunt stond en is blijven staan.

Na een kort overzicht over de worstelingen van mannen als Groen v. Prinsterer c. s. tegen de Groninger School, en de pogingen om de Ned. Herv. Synode te bewegen, zorg te dragen voor een opleiding in den geest der Belijdenisschriften, besloot spr. met aanbeveling aan de overweging der Kerken van enkele vragen, betreffende het Professorenambt in art. 2 der Dordtsche Kerkenorde en art. 30 van de Belijdenis, de verhouding van de Tneol. School tot de Gen. Synode en de mindere Kerkvergaderingen enz.

Het verslag van de geschiedenis der School was gunstig en opwekkend; de School telt thans «veer 24 studenten, ofschoon in dit jaar 7 tot candidaat in de theologie zijn bevorderd. Met zegenbede droeg Prof. L. het rectoraat over aan Prof. Dr. H. BDUwman.

„Zijn naam moet eeuwig eer ontvangen", zoo klonk nu het slotgezang, terwijl den nieuwen Rector door de vergadering staande werd toe gezongen: „Dat 's Heeren zegen op u daal".....

Met dankaegging van den afgetreden Rector gingen wij dankbaar en feestelijk gestemd uiteen, om daarna, in verband met het feest van den daf, nog een paar uren in engeren kring de gasten van den afgetreden Rector en zij a gade te zijn.

Er heerschte een zeer opgewekte stemming, en de Heere werd dankbaar erkend voor zijn vele zegeningen.

NOORDTZIJ, Secretaris.

Verslag van de Centrale Pastorale Conferentie.

IV.

Ds. Oosten herinnert aan hetgeen plaatshad, toen hij predikant was te Middelburg en de Synode aldaar werd bijeen geroepen.

Het was toen voor deze roepende kerk een vraag van ernstige overwegingen, of zij zoowel de professoren van de Vrije Universitei; als die der Theol. School had uit te noodigen; een recht toch kon men er niet voor vinden. Ingeval Middelburg nu eens niet had uitgenoodigd, zou die kerk dan verkeerd gedaan hebben?

Uit eene negatie, heeft Prof Noordtzij gezegd, volgt niets positiefs. Hij wijst er echter op, dat de vroegere kerkelijke bepalingen buiten de Dordtsche kerkenorde wederzijds vervallen zijn verklaard, en die vervallenverklaring beding der vereeniging is.

Ook meent hij, dat men alleen als doctores ecclesiae kan aanmerken, die een bepaalde opdracht van de kerken hebben ontvangen om eenige ketterij te bestrijden.

Prof. Honig meent er nog op te moeten wijzen, dat op de voorloopige Synode der Ned. Geref kerken wijlen Mr. Keuchenius tegenwoordig was als deputaat voor de Zending, Mr. Lohman voor rechtszaken. Beweerd werd voorts, dat er uit eene negatie niets positiefs te concludeeren is. In een bijzonder geval echter wel. En dat was het hier. Men bepaalde niets, omdat men leefde in de verwachting, dat na de samensmelting de zaak vanzelf zich regelen zou en de voorstan defs der vrije studie wel de overhand zouden verkrijgen. Ook mag men niet vergeten, dat de Synode van '92 een contract tusschen de kerken en de Viije Uoiversiteit heeft bestendigd. Het is te bejammeren dat dit niet duidelijk werd in 't licht gesteld.

Ook Ds. Westerbeek van Eerten is van oordeel, dat met de historie moet worden gerekend. Op de voorloopige Synoden der Ned. Geref. kerken waren de professoren der Vrije Universiteit tegenwoordig; op de Synoden der Chr^ Geref. kerken die der Theol. School. Zoo blij ve het ook nu, daar de kerken beider tegenwoor digheid hebben aanvaard.

De Voorzitter, Prof Lindeboom, stemt in met wat door Prof Noordtzij werd in 't midden gebracht. Het verband met de Vrije Uni versiteit, zoo spreekt hij, was bij de Ned. Geref kerken in wording, en is eerst eenige dagen a vóór de aanvankelijke vereeniging door de Syuode te 's Hage bepaald. Alles stond op lossen voet. Dienaangaande is er bij de vereeniging niets r bedongen of vastgesteld. Hoe geheel anders was g dit bij de Chr. Geref. kerk. Op de Synode der Chr. Geref kerk van '54 waren reeLS Je „hoofd onderwijzers"' Poelman en de Haan met advi a seerende stem tegenwoordig. Later kwam men tot een besluit. De gelijkstelling van de profes soren der Vrije Universiteit en der Theol. School acht hij dan ook niet billijk, niet recht. Ook tegen bet spreken in de pers van twee opleidingsscholen van de Geref. kerken, meent hij te moeten opkomen, als niet waar. Tevens wijst hij er op, dat de Vrije Universiteit wel den invloed der kerken wil, maar niet wat er tegen over staat. Het zeggenschap der kerken begeert zij over hare Theol. Faculteit niet. Hij meent te kunnen constateeren, ie. dat de professoren der Vrije Universiteit onder eene Vereeniging staan en de kerken niets over hen hebben te zeggen; 2e dat deze professoren niet als docto res ecclesiae door de kerken zijn benoemd of aanvaard en daarom als zoodanig geen recht hebben zitting te nemen; 3e. dat de vereeniging voor Hooget Onderwijs een anderen grondslag heeft dan de kerken. Zij grondt zich niet op de Geref. belijdenisschriften, maar op de Geref. beginselen. De kerken hebben mitsdien niet het recht, hen ter Synode uit te noodigen. Wat is nu de roeping der kerken? Zij hebben dat ern stig in overweging te nemen. De positie der professoren op de Synode moet zijns inziens nader worden geregeld. Ook de tegenwoordigheid van vele professoren acht hij niet raadzaam; tevens dient hun taak meer te worden afgeba kend, en is een duidelijke aanwijzing daarvan gewenscht.

Ds. Diemer legt er nog den nadruk op, dat de professoren der Theol. School zijn kerkelijke professoren, alsmede dat hun zijn op de Synode tot het radicaal van kerkelijke professoren be hoort, en dat daarom ook het op zij zetten der kerkelijke bepalingen op hunne tegenwoordigheid geen inbreuk kan maken.

Ds. van Mechelen beklaagt zich, dat hij slechts een sober antwoord heeft ontvangen, en beweert, dat Prof. Bouwman hem niet heeft begrepen. Ook hij is van oordeel, dat eene Vereeniging bij monde van de professoren der Vrije Universiteit geen zeggenschap op de Synode kan hebben. Hij is het met Ds. J^iemer eens, dat daar alleen de professoren der Theol. School als kerkelijke ambtsdragers recht van spreken hebben.

Ds. Kunst vreest, dat de Conferentie een karakter verkrijgt dat niet goed is. Hij meent stemmen te hebben gehoord, die niet gehoord hadden moeten worden en op eenvoudige broe ders nadeelig zullen werken. Hij verklaatt-voorts, dat, indien zelfs door mannen als Prof Noordtzij het doctorenambt in twijfel getrokken wordt, dan deze vergadering zeker als incompetent moet worden beschouwd om een oordeel uit te spreken. Niar zijn oordeel echter moeten krach tens een georganiseerd verband met de Kerken de professoren der Vrije Universiteit evengoed ter Synode verschijnen als die van de Tneol. School. Het recht is gelegen in het contract, waardoor de kerken hen qua doctores ecclesiae als kerkelijke adviseurs erkennen en begeeren.

De Voorzitter merkt op, dat Ds. Kunst ten onrechte meent dat deze vergadering een verkeerd karakter verkrijgen zou. Het karakter inzonderheid van deze Conferentie is, dat men zich vrij over de dingen kan uitspreken. Hier zijn we samen als broeders en gaan we ook als broeders uiteen, ook al is het, dat we het met elkander niet kunnen eens worden. Dat er zoo weinige broeders tegenwoordig zijn om zich in den trant van Ds. Kunst uit te spreken, ligt niet aan de conferentie, maar aan die broeders zelven. Ons is het er om te doen, niet om iets onaangenaams aan 't adres dezer broeders te zeggen, maar om tot klaarheid en zoo mogelijk ook tot eenheid te komen.

Nu komt nog aan 't woord Prof. Bouwman. Hij is dankbaar voor zoovele stemmen die instemming hebben betuigd. Het doet hem echter leed, dat het debat niet het verloop heeft genomen, dat hij zoo gaarne had gewenscht; ook dat een en ander is genoemd, dat zijns inziens hier minder op zijn plaats was. Hij doet nogmaals uitkomen, dat het gaat over de rechts verhouding der professoren. Zij komen ter Synode, niet gelijk de dienaren des Woords en de ouderlingen als afgevaardigden der kerken, maar als doctores ecclesiae; niet naar goddelijk, maar naar kerkelijk recht. Zij v/orden voorts uitgenoodigd uit een praktisch oogpunt; uitgenoodigd niet slechts de professoren der Theol. School, omdat we hen in de eerste plaats als kerkelijke doctoren hebben te erkennen, maar uitgenoodigd ook de professoren van de Vrije Universiteit, omdat ook zij met ons de belijdenis der kerken aanvaarden en niet anders dan naar die belijdenis de opleiding tot de bediening des Woords willen doen plaats hebben. Maar wie noodigt dan uit? Bij de Cnr. Geref kerk was dit vroeger bepaald. Thans is er geen bepaling van. De kerken hebben dat daarom in orde te brengen. Wenschelijk is het voorzeker, dat deze zaak nader geregeld worde.

Prof Bouwman ontvangt nu bij monde van t den Voorz. den dank der vergadering. Wij zien h met verlangen naar het in druk verschijnen van d dit referaat uit. En al moge het debat over het m referaat niet den loop hebben gehad, dien hij d had gewenscht, toch vertrouwt hij, dat het niet k vruchteloos is geweest en zeker aansporing tot d nader onderzoek zal geven, en de overtuiging h heeft versterkt, dat regeling dezer zaak noodzakelijk is.

De arbeid onder de Hollanders te Essen a. d. Rubr.

Sedert 25 Sept. 1.1. werd door mij in dank ontvangen: v a

Van Ds. v. d. B. (e Ouderkerk a. d. Amstel /i; van de Geref Kerken te Barchem ƒ i 50; Lochem / 2.50; 't Zandt ƒ2; Uithuizen ƒ 5; Oppenhuizen /1.50; Aalten A/15.28; Doesburg / 5 S6'/2; Harderwijk / 4.73; Lioessens / 3; Doetinchem /4 47; Vorden /6, 36; van den heer F. H. B. te Nieuwepekela /lo; verder door bemiddeling van Mej. B. te Nieuwepekela van H. K. te Onstwedde f2; Wed. G. H. te Oüstwedde /i; Hendr. K. te Onstwedde/i; R. H. te Oudepekela/i; Mej. A. H. te Nieuwepekela/i en Mej. J B. te Nieuwepekela/2 50.

De belangstelling van Mej. B. is door de Dep. en door de vrienden te Essen op hoogen prijs gesteld. Mcge haar voorbeeld navolging vinden.

Weldra zal door middel van eene circulaire van dfr Geref Kerken en ook van broeders en zusters uit die Kerken eene vaste jaarlijksche bijdrage worden gevraagd voor den arbeid te Essen en levens voor de Geref Kerk van Duisburg am Rhein. Deze aanvrage geschiedt door den Kerkeraad van Duisburg, den Deputaat der Ciasse Arnhem voor de Rijn provincie en de Deputaten der Ciasse Zutphen voor den arbeid te Essen a. d. Ruhr.

Wanneer iedere Kerk het hare doet, kan er weldra te Duisburg een predikant worden beroepen, die tevens den arbeid te Essen, althans gedeeltelijk, voor zijne rekening zal moeten nemen.

Wordt het in de circulaire genoemde bedrag aan jaarlijksche contributiën toegezegd, dan behoeft er toch voor Duisburg noch voor Essen afzonderlijk meer te worden gevraagd.

Ook de Dep. der Ciasse Zutphen zullen zich ten zeerste verheugen, wanneer door dit gemeenschappelijk optreden de Bediening des Woords te Duisburg en de Evangelisatiearbeid te Essen verderen voortgang kunnen hebben en onder den zegen des Heeren aldu3 aan de komst van Gods Koninkrijk bevorderlijk kunnen zijn.

Maar zoolang het gevraagde bedrag niet bijeengebracht is en er dientengevolge te Duisburg geen predikant kan worden beroepen, moet Essen op de gewone wijze worden geholpen.

Vandaar, dat wij ook thans weer met aandrang van Kerken en particulieren grootere of kleinere giften vragen. De toestanden op gods dienstig en zedelijk gebied zijn dikwijls zoo schreiend; de geestelijke nood is zoo groot!

Voor het in ontvangst nemen van die gaven beveelt zich aan

Ds. G. RENTING.

Winterswijk, 29 Nov. 1904.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 december 1904

De Heraut | 4 Pagina's

Officieele Berichten.

Bekijk de hele uitgave van zondag 18 december 1904

De Heraut | 4 Pagina's