GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Leestafel.

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Leestafel.

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

I. J. H. IJAVIVWEKR. Beknopte Geschiedenis der Geref. kerk. van Rotterdam. J. C. Groenewegen, Rotterdam. 3. J. H. LANDWEHR. Kort Overzicht van de Geschiedenis der Gereformeerde kerken in Ne derland van 1795 tot heden. 3e vermeerderde druk. Zwolle, ficma H. Tulp. 3. Jaarboekje voor 1907 van den Nederlandschen Bond van Jongelingsvereenigingen op Gereformeerden Grondslag, ten dienste van de Christelijke Jongelingsvereenigingen in Nederland. (i6e jaargang).

4. Voor het leven onzer Vereenigingen. Jaargang 1907. Premie bij het Jaarboekje. Het eerste hierboven genoemde boekje van Ds. Landwehr handelt voor het grootste deel over de Gereformeerde kerk van Rotterdam A. Het is verdeeld in ia hoofdstukken. Na een Inleiding en een eerste hoofdstuk: over den toestand der kerken in het begin der 19e eeuw, volgen zeven hoofdstukken over: het ontstaan der Afscheiding in Rotterdam; de kerk in de Hovenierslaan; de kerk in de Raampoortlaan; de kerk aan den Goudschen weg; het jaar 1869 5n zijn gevolgen; de ineensmelting van de kerken aan de Hovenierstraat en in de Raampoortiaac; de kerk aan den Goudschen Singel tot de ineensmelting 1882. Dan komt er een hoofdstuk over de Doleantie, het 9 e. Daarna een over de Ned. Geref. kerk (doleerende) van Rotterdam, het loe. Vervolgens een over wat er van 1886—1892 zoo in de Chr. Geref. als in de "ed. Geref. kerk is geschied, het iie. Eindelijk Wn; 1892—heden, het 12e, Op de 134 bladzijden van dit boekje staan vele wetenswaardige, met name voor 'n Rotterdammer wetenswaardige dingen.

Ik onderschrijf van harte de bewering van den schrijver, „dat het voor het thans levend geslacht noodig is, dat het de geschiedenis «nne van de kerk waartoe het behoort." De juistheid der andere bewering, dat „de onbode op dit gebied betreurenswaardig is, " «an ik, wat Rotterdam betreft, niet meer be ootdeelen,

In mijn tijd ging het nog al. Het schijnt er echter niet beter op te zijn geworden, althans bedoelde betreurenswaardige onkunde'moet nu dusdanig zijn, dat ze Ds. ^^ndwehr aanleiding gaf, een beknopte geschiedenis der Gereformeerde kerk van Rotter-"«m te geven.

Nu doe ik, en ik ben ook niet gewoon dit onder stoelen of banken te steken, voor niemand onder in hooge waardeering voor het „werk van 34", voor de Scheiding. Zij, de Scheiding, is mij èn om haar nog meer religieus dan kerkrechtelijk motief èn om het heroïeke martelaarschap dat aan haar verbonden is geweest én om wat uit haar, zoo voor behoud als uitbreiding van het Christelijk Geloof, onder ons volk en ook buiten onze grenzen en zelfs buiten ons werelddeel, is gevolgd — een feit in de historie onzer Gereformeerde kerken, waar ik sympathiek tegenover sta en met eerbied tegen opzie. Om nu maar bij het martelaarschap te blijven, ben ik vast overtuigd, dat in een, tot op onzen tijd bijgewerkt, martelaarsboek, noch ik, noch een mijner doleerende medebroeders of zusters, ook maar een bescheiden plaatsje zullen krijgen. Voor doleantisme ben ik, zelfs in epidemische tijden, bewaard gebleven, en aan ijl-taal, dat waar een kerk in doleantie ging, „de kerk weer voor het eerst na eeuwen tot openbaring kwam, " ook al was er, reeds sedert jaren, op die zelfde plaats een kerk van de Scheiding, heb ik mij, voor zoo ver mijn herinnering strekt, nooit bezondigd. Maar desalniettemin is mij dit boek van Ds. Landwehr te machtig.

Is me dat nu een beknopte geschiedenis van de Gereformeerde kerk van Rotterdam? De kerk van Rotterdam begint toch met de stichting der stad. Ze komt tot reformatie in 1572. Nog eens poogt ze tot reformatie en wel door Doleantie te komen, na de deformatie van de Arminianerij, in 1611. Een derde pogingen wel door Separatie volgt in 1835. Een vierde, nog eens door Doleantie, in 1887. De lezer, die zich door Ds. Landwehr laat inlichten, krijgt echter den indruk, dat de Gereformeerde kerk te Rotterdam begint in 1835. Dit nu is, uit een oogpunt van historie reeds, onjuist.

De geachte schrijver voelt dit blijkbaar zelf. Op p. V lees ik: „Maar een uitgave als deze is ook noodig om bij de meer bejaarden, die een deel van deze historie (bedoeld is de historie van de Scheiding en der Doleantie) hebben doorleefd, de herinnering te verleven digen aan wat God gedaan heeft in onze goede stad voor de reformatie zijner kerk." — En dan lees ik verder op p. VI: „Beide (Separatie en Doleantie) hebben beoogd de reformatie der gedeformeerde Ned. Herv. Kerk, zoo als die na 1816 geworden is."

Op die zelfde p. VI. lees ik ook: „Het doel van deze uitgave is een beknopte geschiedenis te geven van de Gereformeerde Kerk van Rotterdam." Maar dan volgt er: „Ikhoop(fejeerst de Chr. Afgescheiden gemeente en de Gereformeerde kerken onder het Kruis te behandelen. Daarna de Chr. Geref. Kerk sinds 1869. Vervolgens hoop ik de geichiedenis der doleantie en die der Ned. Geref. kerk te bespreken." Dit dus is metterdaad al een zeer wonderlijke deductie.

Ds. Landwehr is er dan ook een weinig verlegen mee, hoe hij zijn boek eigenlijk heeten moet.

Op den omslag heet het: Beknopte Geschiedenis der Geref. kerk van Rotterdam. Op het titelblad: Beknopte Geschiedenis van de Gereformeerde Kerk van Rotterdam, van af 183S tot heden.

En in de dedicatie wordt gesproken van: De Gereformeerde Kerk van Rotterdam, zoo als die sinds 1835 en 1886 terugkeerde tot de leer en den dienst der vaderen. Metterdaad is dit boek een vrij uitvoerige geschiedenis van de Separatie en een zeer beknopte van de Doleantie te Rotterdam. Doch hoe verwarrend zulks nu ook voor een zuiver Gereformeerd kerkbegrip is, het boek zelf is desniettegenstaande toch een niet onverdien stelijk werk, waar wij Ds. Landwehr dankbaar voor zijn. Veel wordt door dit boek bewaard, van in het vergeetboek te raken. Wie belang stelt in de geschiedenis der Geref. Keik van Rotterdam sedert 1835 tot heden zal er, bepaald wat de Afscheiding en de Doleantie betreft, tal van belangrijke bijzonderheden in vinden. De figuur van Ds. C. v. d. Oever b.v. heb ik nooit zoo goed begrepen als door dit geschrift van Ds. Landwehr. Onnauwkeurigheden vielen mij niet op. Een enkele op p. 97, waar het verbreken van het synodaal verband door de kerk van Kootwijk in 1806 wordt gezegd te zijn geschied, zal wel een drukfout wezen Voor wie belang stelt in de kerk van Rotterdam, is het zeker min verkwikkelijk wat op p. 131 staat te lezen: „Ruim 10 jaar arbeidt men nu al aan ineensmelting, en nog is die gewenschte ineensmelting niet geschied." Wat daar op volgt.: „Het staat thans zoo, dat kerk (B) aan kerk (A) bericht heeft doen toekomen, dat zij onvoor waardelijk wil ineensmelten" — geeft echter weer moed.

­ Aan het tweede hierboven genoemde boekje van Ds. Landwehr ligt een veel zuiverder Gereformeerd kerkbegrip ten grondslag. Na een inleiding handelt het in 10 afdeeUngen van: de kerken onder de Fransche overheersching; de „Synode van i8ió" en hare gevolgen; de „Reveil; " de „Afscheiding"; geschiedenis der Afscheiding tot 1869; toestand van het Nederl. Herv. Kerkgenootschap; strijd der Gereformeerden onder de organisatie; de „Doleantie"; de vereeniging der Gereformeerde kerken; de toestand der Gereformeerde kerken.

Dergelijke boekjes, meer of min handige compilaties uit de grootere werken — Landwehr had goed gedaan in zijn boekje, ter wille vooral van de predikanten, eens weer de aandacht te vestigen op het groote werk van Prof. Fabius: " „Het Reglement van '52, Historischjuridische studie over het Hervormd kerkbestuur" — bestaan er meer. Dit boekje heeft echter de verdienste van bijgewerkt te zijn, bijkans tot op onze dagen. De Synode van Arnhem in 1902 staat er al in. Of het ook een verdienste is dat het in vragen en antwoorden is opgesteld, waag ik te betwijfelen. Het van buiten leereu van het uit ± 40 regels bestaande antwoord met zijn nadere verklaring op de vraag: „Wie was de reeds genoemde Ds. Ledeboer? " — een antwoord waarin o. m. ook deze treffende bijzonderheid voorkomt: „Bij zijn graf sprak de boekhandelaar VAN GOL VERDiNGE uit Den Haag, " — wil mij voorkomen voor een gewonen catechisant 'n te geforceerde hersengymnastiek te wezen. Daarbij vergeleken is het van buiten leeren van het antwoord op vraag 80 van onzen H. C, een kleinigheid. Het kort overzicht van Ds. Landwehr is, afgezien nu van den vorm, een uitnemende handleiding. Het dankt aan deze omstandigheid dan ook reeds zijn 3den vermeerderden druk. Predikanten zullen goed doen het op hun catechisaties in te voeren, al laten zij het dan ook niet van buiten leeren.

De tijd dringt. Het is nu al Februari, en ik haast mij daarom de aandacht te vestigen op het bovengenoemde Jaarboekje en het daarmee verbonden premie­

boekje. De bekende acribie van de heeren Jac. van Oversteeg en Joh. T. de Lange waarborgt de bruikbaarheid van dit jaarboekje. Voor de organisatie van haar vereenigingsleven, vinden de jongelingsvereenigingen in de wenken van het premieboekje al wat zij noodig hebben. Niet alleen zij zullen ze met vrucht gebruiken, maar ook allen, die van de groote beteekenis onzer jongelingsvereenigingen op Geref. grondslag voor de ontwikkeling van het Calvinisme doordrongen zijn, zullen met groote belangstelling van deze twee werkjes kennis nemen.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 februari 1907

De Heraut | 4 Pagina's

Leestafel.

Bekijk de hele uitgave van zondag 17 februari 1907

De Heraut | 4 Pagina's