GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

In een kaart

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

In een kaart

4 minuten leestijd Arcering uitzetten

Amsterdam, 10 Nov. 1916.

In een kaart, die het Handelsblad onlangs in haar kolommen drukken liet, werden de landen en volken, die in den oorlog betrokken zijn, met zwart aangegeven; de natiën, die nog vrede hadden, met wit.

In Europa had men moeite om de kleine witte plekken: Nederland, de Scandinavische rijken, Zwitserland, . Spanje en Griekenland, te ontdekken. Azië was bijna geheel zwart gekleurd; alleen Perzië, China en onze bezittingen waren nog wit. Op Afrika en Australië was zelfs geen wit plekje meer te ontdekken. Alleen in Amerika schitterde het wit nog, al vormde Canada naar het Noorden een donkeren rand.

Zulk een kaart dient wel om een indruk te geven, hoe deze oorlog in den volsten zin des woords een wereldoorlog is. Zelfs vraagt men zich met angst af, of Amerika, indien althans de verkiezing ten nadeele van Wilson mocht uitvallen en in Maart 1917 Hughes het Witte huis betrekken zou, buiten den oorlog zal kunnen blijven. En ook voor de nog weinige neutrale staten in Europa wordt het volharden in hun neutraliteit steeds moeilijker, zoo als uit het voorbeeld van Noorwegen blijkt.

En wat het bangste is, dat is, dat niemand meer het einde van dezen oorlog voorspellen durft. Was er eerst nog hoop, dat na een korten en beslissenden veldslag een der beide partijen gedwongen zou worden vrede te vragen, die hoop is al lang vervlogen. Zelfs na het groote offensief van dezen zomer is de toestand nauwelijks veranderd en gaan we nu weer met den winter den positie-oorlog tegemoet, om in het volgend jaar getuige van een nieuwe worsteling te zijn. Het baat niets, of er telkens nieuwe volken in den oorlog betrokken worden, want de evenaar zwikt niet door. En de vrees komt al meer op, dat het einde niet door strategisch beleid of meerderheid van wapenen verkregen kan worden, maar eerst dan komen zal, wanneer de volkeren zijn uitgeput. Als er geen geld meer is, om nieuwe leeningen te sluiten, en er geen manschappen meer zijn om naar de slagvelden te zenden, dan zal er vrede komen, maar een vrede, die te laat komt. Want wat er dan van Europa zal overgebleven zijn, zal een puinhoop, een ruïne wezen.

Niets getuigt dan ook meer van den oorlogswaanzin, die de volkeren bevangen heeft, dan de hartstocht, waarmede zijden strijd tot het bitter einde willen voortzetten. Ofschoon het leven der .soldaten in de loopgraven al meer een hel wordt, voor geen mensch om te verdragen ; ofschoon overal gebrek aan levensmiddelen begint te heerschen ; ofschoon de schuldenlast zich zoo duizelingwekkend hoog opstapelt, dat straks wel een algemeen bankroet volgen» moet; is er maar één gedachte, die allen beheerscht: den vijand te verpletteren. En wat geeft het, of men de arme volkeren al belooft, dat deze ontzettendste van alle oorlogen de laatste zal wezen, want dat, wanneer de overwinning eenmaal behaald is, een Statenbond in Europa zal gevormd worden, die den eeuwigen vrede zal waarborgen ? Alsof de haat, die thans in het hart der volkeren tegen elkander gezaaid is, door de overwinning van een der partijen zal worden uitgedoofd. Alsof niet na dezen oorlog met de wapenen, straks een oeconomische oorlog volgen zal, die de volkeren nog bitterder tegenover elkaar zal stellen. Alsof de volkengroep, die ten slotte het hoofd buigen en om vrede, vragen moet, niet, tuk op wraak over de geleden nederlaag, alle kracht zal inspannen om straks opnieuw een kans te wagen. Alsof de historie niet geleerd had, dat elke oorlog de kiem van een nieuwen oorlog in zijn schoot verbergt!

En het droefst is, hoe machteloos de Christelijke Kerk staat, om dit ontzettende noodlot van het Christelijke Europa af te wenden. Zelfs van een bemiddeling van den Paus hoort men niet meer reppen. En het vredegeroep der pacificisten, hoe nobel ook bedoeld, blijkt nergens ingang te vinden.

Zal het zijn ? eind de zelfmoord van Europa zijn?

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 november 1916

De Heraut | 4 Pagina's

In een kaart

Bekijk de hele uitgave van zondag 12 november 1916

De Heraut | 4 Pagina's