GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Helpende handen - pagina 57

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Helpende handen - pagina 57

Vu-plan 1937 en Vrouwen Vu-Hulp in de jaren 1932-1997

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

MAN EN VROUW IN G E R E F O R M E E R D E

KRING

was de Bond van meisjesvereenigingen op gereformeerden grondslag, die in september 1918 werd gesticht om de meisjes voor te bereiden op hun toekomstige taak in 'gezin, kerk, maatschappij en staat'. Terecht wij st Sturm op het typerende verschil met de doelstelling van de dertig jaar eerder opgerichte Bond van gereformeerde jongelingsvereenigingen, waar gesproken werd van 'kerk, staat en maatschappij'. Dit neemt niet weg dat de meisjesvereniging een belangrijke rol zou gaan spelen in het leven van gereformeerde vrouwen en meisjes: 'Hier vond ze de mogelijkheid tot studie, tot onderzoek, tot debat, tot het oefenen van de uitdrukkingsvaardigheid, tot blikverruiming, tot zelfontplooiing en tot verdere vorming van karakter en van de eigen persoonlijkheid.' Niet minder belangrijk was het initiatief dat genomen werd op het tweede Christelijk Sociaal Congres in maart 1919 te Utrecht. Tijdens dit congres werd een afzonderlijke vrouwenvergadering gehouden, waar mevrouw Diepenhorst het voorstel deed een bond van 'vrouwen van geloovig protestantschen huize' in het leven te roepen. Dit resulteerde in oktober van dat jaar in de oprichting van de Nederlandsche Christenvrouwen Bond, die hervormde en gereformeerde vrouwen verenigde en zich ten doel stelde voorlichting te geven over 'maatschappelijke en staatkundige vraagstukken'. Over de formulering van . deze grondslag was overigens het nodige te doen geweest, omdat met name onder gereformeerde vrouwen bezwaar bestond tegen een te nadrukkelijke gerichtheid op politieke kwesties. Dat laatste zou er immers toe kunnen leiden dat de principiƫle scheidslijn tussen het publieke en private domein werd doorbroken. Hoewel er ook in gereformeerde kring wel meer vooruitstrevende figuren als Bavinck waren, die deelname van vrouwen aan het politieke leven geoorloofd achtten, vormden zij een kleine minderheid. De meeste gereformeerden en antirevolutionairen stonden afwijzend tegen het passief vrouwenkiesrecht, dat bij de grondwetswijziging van 1917 was ingevoerd. Dit bleek in 1921 toen de Antirevolutionaire Partij tot haar hiervoor vermelde standpunt inzake passief vrouwenkiesrecht kwam. De partij stemde daarbij in met de aanbeveling van de commissie-Idenburg dat de partij zich had te onthouden van het kandideren van vrouwen, 'omdat God der vrouw in het algemeen een andere taak heeft aangewezen dan haar door toepassing van het politieke passieve kiesrecht zou worden toegedacht'.

55

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1999

Historische Reeks | 164 Pagina's

Helpende handen - pagina 57

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 1 januari 1999

Historische Reeks | 164 Pagina's