GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Levend onderzoek aan de Vrije Universiteit - pagina 13

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Levend onderzoek aan de Vrije Universiteit - pagina 13

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

HERINNERINGEN

torium. De gehele biologie was dus 'gedekt' met deze twee benoemingen. Botanicus en zoöloog zijn verouderde termen in het huidige Nederland; tegenwoordig ben je bioloog. Indertijd noemde je je botanicus als je hoofdvak plantkundig van aard was; bijvakken waren dan dierkundig. Voor de zoöloog golden overeenkomstige regels. Zowel de botanicus als de zoöloog mochten zich bioloog noemen, maar deden dit niet. Je was trots op je 'specialisatie'. De mogelijkheid bestond om alleen botanische of zoölogische vakken te kiezen. Dan mocht je je echter nooit bioloog noemen, maar was je slechts botanicus of zoöloog. Voor bioloog was je kennis ontoereikend. Je hoorde verhalen dat er in Utrecht één of twee rondliepen, maar namen waren niet bekend. Het was indertijd mogelijk om alle relevante dingen op het gebied van de biologie in je hoofd te hebben. Dat kostte tijd en veel moeite, maar het lukte. Iedere afgestudeerde bioloog in die tijd was een allround bioloog en kon overal en in elk onderzoek worden ingezet. Uiteraard waren er uitmuntende, zeer goede, goede, middelmatige en slechte allround biologen, maar toch. Bij het doctoraalexamen werd vermeld of dit met genoegen of met zeer veel genoegen werd verleend. Soms werd later ook cum laude gegeven. De studie Vijftig jaar geleden was het dus nog mogelijk om alle belangrijke wetenswaardigheden in de biologie te kennen. Het grootste gedeelte van de stof bestond uit morfologische en systematische gegevens over planten en dieren. In de colleges werd alles verteld, verlucht met een paar dia's, en tijdens de practica mocht je alles bekijken. Het practicum begon met een inleidend college, een zogenaamd voorcollege; dan werden de te ontleden en te beschrijven proefobjecten uitgedeeld. Meestal hadden ze enkele jaren in de formaline doorgebracht, maar deze pittige, walgelijke lucht gaf het practicum wel iets heroïsch. Bij dit alles droeg je een witte jas en je voelde je geheel ingewijd in het gilde der biologen. Roken tijdens het practicum was toegestaan en daar werd gretig gebruik van gemaakt. Je moest wel meedoen, anders stikte je erin.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000

Historische Reeks | 168 Pagina's

Levend onderzoek aan de Vrije Universiteit - pagina 13

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2000

Historische Reeks | 168 Pagina's