GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Geen duimbreed?! - pagina 243

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Geen duimbreed?! - pagina 243

De Vrije Universiteit tijdens de Duitse bezetting

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

STUDENTENZUIVERING

gevoegd lid. De studenten, die zich wilden inschrijven, werden beoordeeld aan de hand van vragenformulieren over hun gedrag in de oorlog, waarbij tekenen van de loyaliteitsverklaring, vrijwillig gaan naar Duitsland en het lidmaatschap van NSB, Studentenfront of andere collaborateurorganisaties als voornaamste criteria golden. Hieronder vielen niet de studenten die niet getekend hadden, maar die zich toch na 4 mei 1943 onder Duitse druk voor de Arbeitseinsatz hadden gemeld. Zij waren al genoeg gestraft vond men. Van 22 studenten op een totaal van 526 moesten zij concluderen, dat deze voorlopig niet konden worden ingeschreven. Daarna trad een definitieve studentenbeoordelingscommissie op, benoemd door directeuren, en bestaande uit de hoogleraren Koksma en Waterink, de studenten G. C. Klapwijk en W. P. Bijleveld en de alumnus H. A. Höweler. 3 4 In november 1945 maakte rector Coops bekend, dat in totaal 50 studenten door deze commissie mondeling waren gehoord. In veertien gevallen werd een strafmaatregel getroffen bestaande uit uitsluiting tussen één maand en achttien maanden. In 26 gevallen kon worden volstaan met een berisping en in negen gevallen met een aanmerking. Na de uitsluiting zouden deze studenten weer gewoon verder mogen studeren. 35 Het aantal gezuiverden was dus bepaald niet groot, terwijl in geen enkel geval uitsluiting voor het leven werd opgelegd. Het ging hierbij natuurlijk wel om studenten, die zich weer wilden inschrijven. Het kleine aantal NSB-leden onder de vu-studenten heeft dat zonder twijfel nagelaten. Dit had ook tot gevolg dat onder de vele beroepskwesties, die in de loop van 1945 en 1946 door de Centrale Commissie voor de Beoordeling Studenten, waarvan prof. mr. N. Okma als secretaris optrad, moesten worden behandeld, zich geen enkele vu-student bevond. In totaal behandelde deze commissie 115 gevallen van de Delftse hogeschool, 39 van de UvA, 27 van de Rijksuniversiteit te Utrecht, 21 van de Rijksuniversiteit te Groningen, zeven van de Wageningse Landbouw Hogeschool, vijf van de Economische Hogeschool te Rotterdam en vier van de Rijksuniversiteit in Leiden. Uit Nijmegen en Tilburg kwamen geen beroepszaken bij deze commissie binnen.^' Daaruit bleek duidelijk, dat de drie confessionele universitaire instellingen het geringste aantal aanpassers en collaborateurs kenden.

De studie moest in 1945 weer worden begonnen onder moeilijke omstandigheden. Veel studenten hadden vaak emotioneel zeer aangrij-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

Historische Reeks | 294 Pagina's

Geen duimbreed?! - pagina 243

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002

Historische Reeks | 294 Pagina's