Geen duimbreed?! - pagina 78
De Vrije Universiteit tijdens de Duitse bezetting
HET EERSTE BEZETTINGSJAAR! ACCOMMODATIE
78
EN
CONFRONTATIE
landse volksaard, het voorkomen van schadelijke ontwikkelingen en tot het behoud van 'voor onze staatsvorm belangrijke beginselen en voor ons nationale leven waardevolle instituten'. Niets te doen vond hij niet verantwoord. T o t mijn leedwezen hebben slechts enkele geestverwanten de bedoeling van deze daad herkend en kunnen waarderen. Zo ontstonden er wantrouwen en verwarring door, wat juist het tegenovergestelde was van wat ik wenschte.' Omdat de directeuren blijkbaar van mening waren dat een lidmaatschap van Nationaal Front niet verenigbaar was met het functioneren als hoogleraar, zoals hij van Colijn had vernomen, was hij dus van plan te bedanken. Op de senaatsvergadering van 25 oktober had één van de theologische collega's trouwens in het openbaar zijn twijfel over het standpunt van de directeuren uitgesproken. Vermoedelijk doelde Van Schelven hier op Grosheide, maar het is ook mogelijk dat hij Hepp op het oog had. Toch was Van Schelven door die ondersteuning van zijn standpunt niet aan het twijfelen geraakt. 'De mogelijkheid om te kunnen blijven voortwerken aan de wetenschappelijke fundering onzer gemeenschappelijke levens- en wereldbeschouwing en jonge studerende vakgenooten bij hun werk leiding te geven, betekent voor mij veel meer dan de kans om door middel van politieke partijgroepering invloed op de staatkundige wilsvorming in Nederland uit te oefenen, voor zover ik daartoe in staat zou zijn.' Met deze verklaring had hij afscheid willen nemen van Nationaal Front, maar in deze vorm werd de verklaring door de directeuren afgewezen, omdat zij die kennelijk te positief vonden klinken voor Van Schelven. Van Schelven stelde toen een gesprek met iemand van Nationaal Front erbij voor, die dan zou moeten verklaren dat Van Schelven zich in de partij niet met verdere activiteiten zou bezighouden. Dit werd uiteraard weer afgewezen. Hoewel hij de verklaring die de directeuren hem wilden laten tekenen wel gematigd vond, was Van Schelven daar niet toe bereid, omdat hij de eis dat een vu-hoogleraar zich zou moeten voegen naar hetgeen er onder de vrienden van de vu leefde, onjuist en zelfs 'niet ongevaarlijk' vond. Als men geen eigen mening aan een universiteit zou mogen hebben, dan zou de reden voor de stichting van zo'n universiteit in zijn ogen komen te vervallen. Hij stelde daarom een nieuwe verklaring voor, waarin hij beloofde te bedanken als hem werd aangetoond, dat zijn lidmaatschap voor de vu schadelijk zou zijn. Men zou, zo stelde hij, slechts over een
»
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002
Historische Reeks | 294 Pagina's
![Geen duimbreed?! - pagina 78](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/historische-reeks/geen-duimbreed/2002/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002
Historische Reeks | 294 Pagina's