Geen duimbreed?! - pagina 76
De Vrije Universiteit tijdens de Duitse bezetting
HET EERSTE BEZETTINGSJAAR: ACCOMMODATIE
76
EN
CONFRONTATIE
sprechende Massnahmen' zouden worden genomen. 6 6 Curatoren ontkenden prompt, niet geheel volgens de waarheid, dat er van een ultimatum sprake was. Vermoedelijk had Arnold Meijer, die met zijn bombarie over een echt Nederlandse houding toch nauwe contacten met de bezetters onderhield, de Duitse autoriteiten op de hoogte gesteld. Van Schelven zelf trad ook actief op in Nationaal Front. Op 22 oktober 1 9 4 0 liet hij zich door zijn leider benoemen tot voorzitter van de toen opgerichte Culturele Kamer van Nationaal Front die Arnold Meijer van advies zou moeten dienen. Van Schelven had zelf ook contact met Verwaltung und Justiz en zou hen er volgens eigen zeggen van hebben overtuigd, dat alles in der minne geschikt zou kunnen worden. 6 7 Colijn deed Van Schelven mededeling van hetgeen Verdam hem had geschreven. 68 Kennelijk voelde hij zich nog steeds onzeker met betrekking tot de precieze ontslagregelingen, want hij beƫindigde zijn brief: i k geef u bovenstaande inlichtingen onder voorbehoud van kleinere correcties, aangezien ik niet de pretentie heb met de administratieve kant van deze dingen bijzonder goed op de hoogte te zijn. Maar ik geloof toch wel, dat de U gedane mededelingen correct zijn.' Volgens Harinck was Colijn er in zijn hart van overtuigd, dat Van Schelven wel zou inzien dat hij een verkeerde keuze had gemaakt en dat hij dus op zijn schreden zou terugkeren, zoals hij zelf ook na de publicatie van zijn eigen defaitistische brochure een ommezwaai had gemaakt. 6 9 Het is ook goed mogelijk dat juist zijn eigen ontmoeting met Arnold Meijer hem tot dit denkbeeld heeft gebracht. Uit het gesprek met de politieke avonturier, die zichzelf als leider van het Nederlandse volk zag, zal Colijn begrepen hebben dat van het Nationaal Front niets te verwachten was. Van Schelven ging ondertussen onbekommerd verder met zijn pro-Duitse activiteiten. Op 13 november verzocht hij aan het college van directeuren lid te mogen worden van de onder leiding van de uitgesproken Duitsgezinde archeoloog prof. dr. G. A. Snijder staande Nederlandse Cultuurkring. Dit gezelschap, dat uit een aantal nationaal-socialistische tweederangs kunstenaars en wetenschappers bestond, zoals de Friese heemkundige S. J. van der Molen, zou als adviesinstantie moeten optreden bij de Duitse overheid om te beoordelen of de voorgenomen maatregelen wel pasten 'bij den eigen aard onzer Nederlandsche cultuur'. 7 0 Van Schelven zou dan het orthodox-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002
Historische Reeks | 294 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 2002
Historische Reeks | 294 Pagina's