GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 12

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 12

[Deel 2]

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

KEERPUNT

sprek', dat in het oude Zuid-Afrika ondanks alles mogelijk was, was geen ruimte meer. 'Teenstellinge is verskerp. Die tempo van veranderinge (...) is (...) versnel. (...) Suid-Afrika het in baie opsigte 'n kamp geword, buite die vure waarvan, in donkerte, die geel oë gloei van roofen aasdiere wat, as daardie vure ooit gedoof sou word, onmiddellik sou toesak'. L. J. du Plessis was al langer in oppositie tegen Verwoerd. Hij was de voorman van een groepje kritische Potchefstromers, die in 1959 een 'professorale rebellie' ontketenden toen een van hen, de historicus prof. dr. D. W. Krüger, openlijk zei te verwachten dat niet Verwoerd maar de ANC-leider Luthuli de eerste president van de Zuid-Afrikaanse republiek zou worden. 5 Nu verliet Du Plessis definitief verbitterd de Afrikaner kraal. Hij gaf zelfs zijn lidmaatschap van de Broederbond op en werd lid van de Progressieve partij. Een andere Broederbonder die diep bezorgd was over de ontwikkelingen in Zuid-Afrika was de NG-predikant C.F. Beyers Naudé. Voor hem was vooral Cottesloe (december 1960) de katalysator. 6 Daar vergaderden afgevaardigden van de meeste Zuid-Afrikaanse kerken, inclusief die van de Afrikaanstalige kerken, over de socio-politieke constellatie van het land. Het resulteerde in kritische en verreikende stellingnames over de rassenverhoudingen en het apartheidsbeleid, onderschreven ook door de afgevaardigden van de Gereformeerde en Nederduits Gereformeerde Kerken. Maar de diverse provinciale n g k synodes verwierpen die standpunten vervolgens. Het bracht Naudé tot het laten verschijnen van Pro Veritate (1962) en de oprichting van het Christelijk Instituut (1963). Ook Nederland reageerde geschokt op de schietpartij te Sharpeville. Er waren demonstraties en protesten, en de Tweede Kamer uitte per motie haar grote bezorgdheid over de ontwikkelingen in Zuid-Afrika, 'welk land haar met het oog op het stamverwante deel der bevolking zeer bijzonder ter harte gaat'.7 De apartheidspolitiek, aldus bekende minister van buitenlandse zaken Joseph Luns in de ministerraad die er herhaaldelijk sprak over de 'troebelen in Zuid-Afrika', heeft 'te harde kanten. Onder het vorige bewind (Herzog [!], Smuts) is het niet tot dergelijke botsingen gekomen'. Minister Marga Klompé onderstreepte het uitzonderlijke karakter van de situatie in Zuid-Afrika: 'Het gaat daar [niet om ongelukkige incidenten maar] om een regeringspolitiek tegen een ras'. 8

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's

De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 376 Pagina's