Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 292

voorbereidend jaar anderstalige studenten

nale Samenwerking (cis). Het vasvu werkt ook organisatorisch samen met de vu-afdeling onder de naam ‘Nederlands als tweede taal’, die cursussen Nederlands geeft voor een ruimere doelgroep (inclusief westerse studenten) dan het vasvu. Het programma dat de student in het voorbereidend jaar volgt, hangt af van de ingangseisen van de gekozen universitaire studie. Globaal genomen zijn er vier typen programma’s. Het eerste is afgestemd op letteren, rechten, psychologie en sociale wetenschappen; het tweede op economie; het derde op exacte wetenschappen; en het vierde op biologie, geneeskunde en tandheelkunde. In alle programma’s worden de vakken Nederlands en Engels gegeven. De deelnemers aan het voorbereidend jaar hebben uiteenlopende achtergronden. Het volgende voorbeeld komt uit de cursus 2002/2003: van de 60 vasvu-studenten is meer dan de helft vluchteling, in totaal zijn er 23 landen van herkomst, maar de meeste studenten komen uit Iran, Afghanistan of Marokko. Van de 60 studenten voltooien 55 de cursus, en een totaal aantal van 21 schrijft zich in bij de vu. 6 Het totaalplaatje van de zestien jaren die aan 2003 vooraf zijn gaan, toont het volgende beeld. In die periode hebben in totaal 740 deelnemers de cursus voltooid, 47 procent van hen is direct na de cursus aan de vu gaan studeren, 4 procent heeft zich ingeschreven aan een andere universiteit – meestal omdat de gewenste opleiding niet door de vu wordt aangeboden, en 15 procent is naar het hoger beroepsonderwijs gegaan.7 Bij het tienjarig jubileum in 1990 verzoekt het vasvu aan een extern bureau om een tracer-studie uit te voeren en daarmee een beeld te geven van het studiesucces van de vroegere vasvu-studenten. Er zijn dan inmiddels 10 oud-cursisten afgestudeerd, 23 zijn met hun doctoraalfase bezig, en 16 zitten in de propedeusefase. Het blijkt dat slechts een klein aantal van degenen die hun propedeuse hebben gehaald, nog in studiemoeilijkheden komt.8 In 2000 komen er nieuwe gegevens over de oud-cursisten, als de studentenadministratie van de vu haar hele bestand tussen 1980 en 2000 op dat punt gaat doorlichten. Dit onderzoek betrekt bovendien vergelijkbare groepen (zoals ‘colloquium doctum’- kandidaten) in de analyse. Het resultaat van deze studie laat zien dat er geen grote verschillen zijn tussen de verschillende groepen en dat een redelijk percentage van de vroegere vasvudeelnemers doorstroomt in de diverse vervolgopleidingen.9 Uit een onderzoek van het uaf in 2003 blijkt dat van alle Neder-

Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 291

291

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen