De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 2]) - pagina 100

AFGEWEZEN

cratisering, waarbij kleine groepen ijveraars een onevenredige grote invloed uitoefenen') vroeg Bingle: 'Gaan ook hierdie hand afgeslaan word?'. 3 " De uitnodiging tot deelname aan de I KG riep aan de v u inderdaad uiteenlopende reacties op. Tegen waren natuurlijk de voorstanders van het verbreken van de overeenkomst, die niets meer uitstaande wilden hebben met Potchefstroom. Maar ook mensen die de afgelopen jaren geprobeerd hadden gestalte te geven aan de voortgezette dialoog met Potchefstroom hadden iets te verwerken. Hoofd Bureau Buitenland Ruud Kapteyn bijvoorbeeld ergerde zich aan de stoere commentaren van prof. dr. J. Verkuyl in Ad Valvas, in de trant van 'ik was altijd voorstander van de breuk met Potchefstroom' en 'er is toch eigenlijk nooit echt met hen gesproken'. Met alle waardering, schreef een duidelijk geïrriteerde Kapteyn aan Verkuyl ('Het ligt mij niet erg om ingezonden stukken te schrijven of de publiciteit te zoeken maar soms wordt het mij te bar wat anderen doen en zeggen'): uw houding lijkt nogal inconsistent. U distancieert u thans van de mensen [als hij] die al de jaren hebben gehandeld in de lijn van uw eigen advies, vastgelegd in uw reisverslag uit 1970: 'Niet afbreken, maar voortzetten die dialoog'. Ook wil u richting Zuid-Afrika een shocktherapie (maximale druk van buiten), terwijl u tegelijkertijd op grond van dezelfde argumentatie het aanhouden en versterken van de banden met het Indonesië van Soeharto aanbeveelt. 'U hebt aan mij het verschil in oordeel niet duidelijk kunnen maken'. 323 Voor de verdere doordenking van de gevolgen van het universiteitsraadsbesluit was van belang een besloten ontmoeting met Beyers Naudé, in november 1974. 324 Naudé benadrukte in dat gesprek (12 november 1974) de stelling die hij reeds in zijn memorandum van september ingenomen had, namelijk dat 'duidelijk onderscheid gemaakt moet worden tussen verbreken van dit verdrag en voortzetting van de dialoog over raciale gerechtigheid'. De dialoog is 'nu noodzakelijker dan ooit, zowel voor de v. u. als voor de p. u. als algemeen voor de toekomst van Zuid-Afrika'; als argument noemde hij de versnelde polarisatie in Zuid-Afrika. Voorwaarde voor een gesprek met Potchefstroom en met blank Zuid-Afrika in het algemeen was dat 'in de eerste plaats overeenstemming moet worden bereikt over het betrekken daarbij van met name zwarte academici en kerkleiders'.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen