Bijzondere chemie?! - pagina 105

DE

OPBOUW

In de beginjaren was er nogal wat kritiek op het college elektriciteitsleer, omdat het zo experimenteel was dat er vrijwel geen theorie aan te pas kwam. Een en ander wreekte zich behoorlijk bij het tentamen. Bij het college mechanica behandelde Sizoo mechanische, akoestische en elektrische trillingen. Er werden veel demonstraties gegeven, die theoretisch goed werden onderbouwd. Later kwamen er nog de vakken thermodynamica, atoomtheorie en kernfysica bij. Voor wiskunde verzorgde Koksma onder andere de colleges differentiaal- en integraalrekening, hogere algebra en analytische meetkunde. Deze colleges moesten scheikundestudenten verplicht volgen. Coops gaf alle scheikundecolleges. Voor de organische en anorganische chemie gebruikte hij de beide delen Anorganische en Organische Scheikunde van A. F. Holleman. Voor de theoretische en fysische chemie maakte hij gebruik van Outlines of theoretical chemistry van F. Getman en F. Daniels. Vakken werden gegeven in de vorm van hoorcolleges en practica; andere werkvormen werden niet gehanteerd. De studenten werden bij de bestudering van tentamens min of meer aan hun lot overgelaten, terwijl de hoeveelheid tentamenstof aanzienlijk was. Voor natuurkunde bijvoorbeeld moesten de studenten in één keer tentamen doen over de stof die behandeld was tijdens het hele jaar (drie jaaruur). Omdat er geen collegedictaten bestonden, was het belangrijk om tijdens het college zoveel mogelijk aantekeningen te maken. De student bepaalde zelf wanneer hij klaar was voor een tentamen en vroeg het dan aan bij de hoogleraar. De tentamens werden mondeling afgenomen, soms thuis bij de hoogleraar. Omdat er nog geen tentamenbundels bestonden, probeerden de studenten via de ouderejaars studenten te achterhalen wat voor vragen de hoogleraar stelde. Coops tentamineerde voornamelijk 's avonds op zijn kamer in het laboratorium. Hij nam daar uitgebreid de tijd voor. Hij trakteerde de studenten op een kop thee uit de stenen pot die vaak al uren op het elektrische plaatje stond. Het was niet ongebruikelijk dat de student om half acht moest komen en pas om elf uur naar huis kon gaan. Zo'n langdurige confrontatie met de hoogleraar bereidden de studenten degelijk voor: gokken kwam weinig voor. Als de student eindelijk op zijn fiets kon stappen of nog net in de laatste trein kon springen, bleef Coops achter in zijn kamer. Daar maakte hij van de stoelkussens een bed op de grond. Zijn kamer was zijn pied-a-terre van maandag tot za-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen