De Vrije Universiteit en Zuid-Afrika 1880-2005 ([Deel 1]) - pagina 360

OVEREENKOMST

MET POTC H E F STRO O M

lid en vanaf 1950 voorzitter van de officiële Commissie van Advies en Coördinatie ten dienste van de Culturele Betrekkingen tussen Nederland en Zuid-Afrika, die - en dat niet alleen om die lange naam! - in de wandeling de Commissie-Donner heette. Voorts was reeds in 1950 F. de Roos, een van de hoogleraren van de recent gestarte Economische Faculteit, lid en penningmeester van het Hoofdbestuur van de N Z A V en van het bestuur van het Studiefonds geworden. Dat toetreden tot het hoofdbestuur van de N Z A V had een persoonlijke kant (er woonden familieleden van hem in Zuid-Afrika). Maar het had nadrukkelijk ook een functionele kant: De Roos begeleidde een aantal Zuid-Afrikaanse promovendi en zou er de v u en in het bijzonder zijn nieuwe faculteit vertegenwoordigen. De Roos bleef hoofdbestuurslid tot 1956, maar continueerde daarna het lidmaatschap van het Studiefonds (tot 1985). 227 In 1951 trad ook Waterink toe tot het hoofdbestuur van de N Z A V , terwijl in 1955 de vu-historicus prof. dr. H. Smitskamp secretaris van de N Z A V werd. Die functie vervulde hij tot 1963, maar ook daarna bleef hij lid van het hoofdbestuur; hij was ook vakmatig geïnteresseerd in de historie van het land en gaf er college over.228 Het was dus ook vanzelfsprekend, dat de v u profiteerde van de studiebeurzen en uitwisselingsprogramma's die onder supervisie van de Commissie-Donner gerealiseerd werden. Veel vu-studenten, die gebruik maakten van de beurzen die beschikbaar waren in het kader van het Cultureel Verdrag om een tijdje in Zuid-Afrika te studeren, waren er niet. Maar ze waren er wel, en sommigen bleven hun leven lang betrokken bij Zuid-Afrika, zoals de neerlandicus H. J. Brinkman (1956) en de jurist K. Roskam (1959). Meer in trek waren de uitwisselingsprogramma's voor hoogleraren. Gastcolleges van bezoekende Zuid-Afrikaanse docenten trokken gewoonlijk een goed gehoor. Zo rapporteerde de Stellenbosche letterkundige prof. dr. F.E. J. Malherbe over zijn optreden voor de vu tijdens zijn zesweekse bezoek aan Nederland onder het Cultuurverdrag in 1954 aan zijn familie: En toe het die Kalviniste aan die beurt gekom: 4 periodes aan die Vrije Universiteit van Amsterdam. Die oggendkolleges het oor Die Vaderlandse motief in die Afrikaanse Lit. gegaan. Groot belangstelling. Dan die middag my vertoog toe ek aan die Vrije vir Professore en studente 2 uur oor Humor ge-

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen