GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bijzondere chemie?! - pagina 173

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bijzondere chemie?! - pagina 173

75 jaar scheikunde aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ANALYTISCHE

CHEMIE

aanzienlijke sommen geld nodig om vernieuwend onderzoek op te bouwen en om de staf en promovendi academisch verantwoord bezig te houden. Om dit te bereiken werd er veelvuldig samengewerkt met andere onderzoeksinstellingen en het bedrijfsleven aan toepassingsgericht onderzoek.

FYSISCHE

CHEMIE

De geschiedenis van de fysische chemie aan de Vrije Universiteit is eigenlijk begonnen met de aanstelling van Coops. Een belangrijke onderzoeksinteresse van Coops was de calorimetrie, in het bijzonder de verbrandingscalorimetrie. Deze techniek werd toegepast om inzicht te krijgen in de fysisch-chemische eigenschappen van opvolgende leden van homologe reeksen. De apparatuur die voor het onderzoek nodig was, werd aan de Vrije Universiteit ontwikkeld en gebouwd. De apparatuur was van zo'n hoge kwaliteit dat de resultaten die ermee werden behaald, lange tijd als de standaard golden. De belangstelling van Coops voor de fysische chemie kwam ook tot uiting in zijn colleges fasenleer en verder in het belang dat hij hechtte aan degelijke bewijsvoering van hypotheses over reactiemechanismen. Met dit laatste sloot hij aan bij de ideeën van prof. dr. W. Hückel. Het standaardwerk Theoretische Grundlagen der organische Chemie van Hückel was verplichte leerstof voor hoofdvakstudenten organische chemie. In 1952 werd de fysische chemie een zelfstandige richting van de scheikunde met de aanstelling van dr. G. J. Hoijtink als lector (in 1957 werd hij benoemd tot hoogleraar) in de fysische en theoretische chemie. Het promotieonderzoek van Hoijtink lag in het verlengde van het calorimetrische onderzoek, al kwam er bij zijn werk geen calorimeter aan te pas. Het onderzoek ging over de relatie tussen sterische hindering en de bindingsenergie in een reeks van diarylethenen. Hoijtink gaf een heel andere invulling aan het onderzoek dan gebruikelijk was. Hij verdiepte zich in de moleculaire orbital-theorie die toen nog jong was. Hij paste de resultaten van deze theorie toe op de gegevens die uit spectroscopisch onderzoek van de reeks diarylethenen waren gekomen. Dit werk was baanbrekend. Niet alleen voor de Vrije Universiteit maar het had ook een internationale uitstraling.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 301 Pagina's

Bijzondere chemie?! - pagina 173

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 301 Pagina's