GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Bijzondere chemie?! - pagina 121

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Bijzondere chemie?! - pagina 121

75 jaar scheikunde aan de Vrije Universiteit

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

D E V E R K O R T I N G , V E R S C H O O LS I N G E N

VERNIEUWING

In het nieuwe studieprogramma was er naar gestreefd de studie voor de verschillende kandidaatsexamens (nu aangeduid met Si (voorheen het kandidaatsexamen f), S2 (voorheen het kandidaatsexamen g), S2' en S3 (voorheen het kandidaatsexamen e)) zo lang mogelijk identiek te houden. Pas in het vierde semester trad er differentiatie op. De indeling in semesters (vanaf 1965) bood de mogelijkheid om het aantal vakken in een bepaalde periode te beperken. De duur van de practica werd niet meer aan de individuele student overgelaten, maar precies vastgelegd in het aantal halve dagen. Verder werd er geprobeerd de tentamens zo snel mogelijk te laten volgen op de colleges en de bijbehorende practica. De meeste tentamens werden vanaf die tijd bovendien schriftelijk afgenomen. Een andere wijziging waarvan een positief resultaat werd verwacht, was het concentreren van de colleges op enkele dagen. Op deze manier konden voor het praktische werk hele dagen worden gereserveerd, wat het tijdverlies door het moeten afbreken van een experiment beperkte. Ook werden de colleges met de bijbehorende practica zoveel mogelijk in hetzelfde semester gegeven, wat als een stimulans moest dienen voor het bijhouden van de collegestof. Tijdens de practica werden op werkcolleges theorie en vraagstukken behandeld. De gegeven stof werd enkele keren schriftelijk getoetst, waarbij een voldoende resultaat gehele of gedeeltelijke vrijstelling van het tentamen kon geven. Bij het opstellen van de nieuwe studieprogramma's en de invulling van de roosters was de onderwijscoördinator nauw betrokken. Deze functie werd in 1968 in het leven geroepen en tot 1974 vervuld door dr. N. H. Velthorst. Daarna was dr. J. de Jong vele jaren onderwijscoordinator. Deze functionaris speelde ook een rol bij het uitbrengen van beursadviezen, het geven van studievoorlichting en het bespreken van vakkencombinaties voor het doctoraalexamen. Uiteraard konden de studenten bij de onderwijscoördinator terecht voor bespreking van individuele problemen met de voortgang van de studie. Verder was de onderwijscoördinator de eerste niet-hoogleraar die als adviseur de vergaderingen van de docenten mocht bijwonen. Bij de doctoraalstudie traden duidelijke verschillen op in de individuele studieprogramma's. Er werd wel gestreefd naar een gemiddelde studieduur die voor alle studierichtingen zoveel mogelijk gelijk was.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 301 Pagina's

Bijzondere chemie?! - pagina 121

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 301 Pagina's