Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 22

student as such

corps onder het rectoraat van Johan van Oostveen, organiseert een nadere bezinning op het thema: ‘de verantwoordelijkheid van de student voor de samenleving’. In februari 1957 vindt hierover de ‘derde seniorenconferentie’ plaats in het Maarten Maartenshuis te Doorn. Van elk van de twintig vertegenwoordigde corpsdisputen zijn er twee of drie afgevaardigden. Bovendien is de voltallige senaat aanwezig en zijn er drie preadviseurs. In totaal nemen zo’n zestig personen aan het beraad deel. Zij zijn van mening dat het studentencorps te veel het beperkte karakter draagt van gezelligheid om de gezelligheid. Corpsvergaderingen moeten zich met meer dan alleen huishoudelijke zaken bezighouden. Het studentencorps zou ook de vorming van zijn leden in maatschappelijk opzicht moeten stimuleren. Tijdens deze conferentie ontstaat het idee om in dit verband een corpscongres van een week te beleggen. Een andere poging om het studentencorps meer inhoud te geven is de oprichting van het Politiek Gezelschap in 1957 door Jan Nico Scholten, later rector corporis.4 Deze groep richt zich op studie, bezinning en discussie. De groep komt geleidelijk aan tot grote bloei. Vooraanstaande politici worden voor lezingen uitgenodigd, en leden van het Politiek Gezelschap treden in contact met vrijwel alle politieke partijen in Nederland. Politieke manifestaties worden bijgewoond en delegaties bezoeken internationale conferenties. De activiteiten van het Politiek Gezelschap hebben het evangelie als basis: ‘we streven mee te werken aan de vorming van een wereld, waarin het gebod van de liefde zoveel als mogelijk gerealiseerd wordt’. In een door hem geschreven overzicht van de eerste vijf jaren stelt Scholten, dat ‘het Gezelschap is uitgegroeid tot een centrum van politieke en staatkundige vorming aan de vu’.5 De maatschappelijke betrokkenheid van de studenten gaat, onder andere op deze wijze, meer vorm krijgen. Jan Aertsen, die Scholten als rector opvolgt, brengt op het nsr-paascongres van 1960 een rapport daarover uit. Daarin bepleit hij om de ‘student as such’- clausule te vervangen door een vorm van ‘student responsibility’.6 Zo loopt er door de periode 1950-1960 een lijn van een geleidelijk groter wordende vermaatschappelijking van het studentenleven.

Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 21

21

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen