GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 282

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 282

De Vrije Universiteit en de Derde Wereld 1955-2005

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

hoofden aan het woord

noodzaak van deze projecten als een paal boven water staat, gezien de enorme achterstand in de exacte vakken in Afrika.” Ontwikkelingssamenwerking is eigenlijk ondankbaar werk, vindt hij. “Maar de vu is opgericht voor de emancipatie van de kleine luyden, en zij heeft de plicht om die belofte te globaliseren.” “Eén van de problemen bij dos was het geringe verloop van de staf”, zegt ir. Heimo Heringa, die in 1990 aantreedt. “vu-medewerkers waren ooit betrokken geraakt bij een project, hadden jaren overzee gewerkt, en konden niet meer terug naar de faculteit waar ze vandaan kwamen, zodat dos ze te werk moest stellen. Vaak werden ze na terugkomst ‘desk manager’ van het samenwerkingsverband waarin ze zelf gewerkt hadden. Dat gaf soms culturele inteelt en gebrek aan professionele vooruitzichten, want de specialisaties van dos hadden weinig verband met de faculteiten.” Dr. Jaap van Weeren, die in 1991 aantreedt, concludeert na zijn vertrek in 2000: “De concentratie van de universitaire projectuitvoering in een speciale eenheid die daarop in haar organisatie is toegespitst, is de enige mogelijkheid om op lange termijn als universiteit ontwikkelingssamenwerking vol te houden. De lange historie van dos lijkt deze mening te ondersteunen.” In 2000 komt dr. Jan Donner aan het stuur. Hij stelt dat cis de faculteiten voor de vraag plaatst of zij alleen topwetenschappelijk onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening op een hoog niveau verzorgen, of dat er ook ruimte is voor dienstverlening op een lager niveau. In een ontwikkelingsrelatie met universiteiten in de Derde Wereld is sprake van asymmetrische verhoudingen waarvan de vu óók kan leren. Mogelijk heeft cis wel eens te weinig oog voor de belangen van de faculteiten, maar die zijn op hun beurt vaak kortzichtig omgegaan met de mogelijkheden die het centrum biedt. Omdat het binnen de universiteit een hybride organisatie is, zowel academisch als praktisch, moet cis ook meer buiten de eigen universitaire wereld kijken.” In 2001 treedt dr. Rien Kool aan als interim-directeur. Hij memoreert dat er in die tijd een discussie was over de positie van cis, waarbij het college van bestuur aan alle faculteiten vroeg welke rol zij zagen voor een centrum internationale samenwerking. “De reacties waren gemengd en varieerden van ‘opheffen’, via ‘neutraal’, tot ‘laten bestaan’. Dat laatste is dus gebeurd, maar het was niet onomstreden. In

Kleine luyden in ontwikkeling; Perfect Service; pag 281

281

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's

Kleine luyden in ontwikkeling - pagina 282

Bekijk de hele uitgave van zaterdag 1 januari 2005

Historische Reeks | 363 Pagina's