GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 172

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 172

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

een kwestie van afwegen

spraaklerares M. M. Colijn. Daaruit is eigenlijk één groot onderzoek voortgevloeid, namelijk dat naar jonge kinderen die op reguliere scholen niet goed konden meekomen. Door medewerking van het Gereformeerd Schoolverband waren maar liefst vierhonderd scholen verspreid over het hele land bereid mee te werken. Uiteindelijk deden er 135 mee. Zij kregen in 1956 twee vragenlijsten toegestuurd, een met algemene vragen over de eerste klas en een andere specifiek over zorgenkinderen in die klas. De verwerking van het omvangrijke materiaal nam vele jaren in beslag. In 1959 verscheen het voorlopige rapport en in 1963 het definitieve. Dat het zo lang duurde voor het definitieve rapport kwam, had te maken met een uitbreiding van het onderzoek door een onafhankelijk tweede onderzoek van een andere medewerker. Dit bevestigde de resultaten uit het eerste onderzoek. 5 Een belangrijke verdienste van De Wit is geweest dat hij het wetenschappelijk en experimenteel onderzoek verder uitbouwde. Hij stelde dat voor goede diagnostiek, het identificeren van probleemgebieden en het lokaliseren van gezonde aspecten in het functioneren van het kind, wetenschappelijk onderzoek onontbeerlijk is. Dat behoedt hulpverleners voor het vasthouden aan orthodoxe behandelmethoden en stimuleert tot reflectie, kritische zin, het combineren van behandelmethoden en doelgericht werken. 6 De Wit ging voortvarend te werk met het aanstellen van de psycholoog D. J. Bakker in 1962. Deze sloot aan bij het werk van Van Dijk en Colijn over schoolrijpheid van kinderen, waarin ze een licht verband vonden tussen linkshandigheid en leesstoornissen. Het onderzoekscentrum ging verder als het Centrum voor Pedagogisch-Didactische Onderzoekingen. Dat verkreeg inmiddels subsidie van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, eerst rechtstreeks en later als geoormerkt geld aan de vu. Bakker zou later op grond van dit werk tot hoogleraar neuropsychologie aan de vu worden benoemd (zie hoofdstuk 8). Aanvankelijk was het onderzoek in het Centrum vooral gericht op dyslexie. Bakker kreeg daarvoor studentassistenten in dienst en later ook medewerkers die er hun promotieonderzoek verrichtten. Voor dit experimentele onderzoek werden proefpersonen gebruikt van scholen buiten het pi en die van het pi zelf. Daarvoor kwam zelfs een mobiel laboratorium waarmee men naar scholen ging. Er was eigenlijk weinig contact tussen medewerkers van het Centrum en die van de hulpverlening. Dat veranderde met de aanstelling van Jan Kappers in

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 171 2e proef

171

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 172

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's