GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 152

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 152

Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

herinneringen aan de tijd op het paedologisch instituut

ik ook Titia een pruik opzetten. Ook kreeg ik gedurende een korte periode muziektherapie. Die therapie kreeg ik dan gelijk met een ander kind of met meerdere kinderen. Ik moest dan met slagwerk – zoals trommel of triangel – aan de slag. Ik heb er nooit een noot leren lezen, hetgeen mijn vader een wel wat beperkte opvatting van muziekonderwijs vond. Voor zover ik begrepen heb was die therapie bedoeld om “mijn impulsen te leren beheersen”, om deze als het ware ritmisch en gedisciplineerd te laten verlopen. Ach, ik vond die muziektherapie niet echt verkeerd, maar het haalde het toch niet bij de speltherapie.’ Muziektherapie stond in het teken van uitleven en het omgaan met emoties. Die zorg strekte zich ook uit naar familieleden. Gerrit meldde daarover: ‘Niet alleen ikzelf, maar ook mijn ouders en mijn zussen moesten een paar maal naar muziektherapie, die gegeven werd door een zekere Eva. Vooral mijn zussen, toen net middelbare scholieren, vonden dit buitengewoon vervelend. Ikzelf vond het wel aardig om me daar eens op de piano uit te leven.’ Daarnaast onderhielden de maatschappelijk werkster en de psychiater contact met het gezin van herkomst. Psychiaters deden vooral na 1981 intrede (zie hoofdstuk 7). Gerrit: ‘Andere pi-medewerkers die ik mij herinner waren Lex, de hoofdpsychiater, en Clarien, de maatschappelijk werkster. Zij vroeg eens aan een van mijn zussen of ze liever een “gewoon broertje” had gehad. Dat had ze inderdaad liever, al was het maar om niet naar die stomme muziektherapie te moeten. Clarien had een goed overzicht over het hele pi en mijn ouders hadden daarom veel contact met haar.’ Uit het verhaal van Gerrits ouders blijkt dat zij ontevreden waren over het contact tussen de school en de leefgroep. Volgens hen bleven de nadelen daarvan beperkt door de begeleiding van de maatschappelijk werkster. Klaarblijkelijk stond voor deze ouders het gebeuren in de leefgroep te los van de overige behandeling. Dit sluit aan bij de waarneming van groepsleider Lucien Pijl, die medio jaren tachtig op het pi werkte. Hij signaleerde dat het ‘heilige behandelen’ vooral buiten de groep plaats vond: ‘Hoewel de meningen daarover verdeeld zullen zijn, bestond in mijn optiek het werk vooral uit het begeleider (surrogaatouder) zijn voor de in de groep wonende kinderen, en niet de deskundige groepsbeïnvloeder die je soms geacht werd te zijn.’ Toch is dit laatste bescheiden uitgedrukt. Lucien Pijl bevestigde dat individuele therapie weliswaar belangrijk was, maar daarnaast ook het mentorsysteem. Elke groepsleidster of ‑leider was mentor van enkele

Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 151 2e proef

151

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's

Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 152

Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006

Historische Reeks | 247 Pagina's