Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 195
Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)
centrum voor pedagogisch-didactische onderzoekingen
neuropsychologisch onderzoek
194
Cognitiepsychologisch onderzoek van het lezen werd gaandeweg neuropsychologisch onderzoek van dat proces. Niemand zei er iets van, niemand leek ervan te weten. Uitgangspunt was de verdeling van functies over de linker en rechter hersenhelft of hemisfeer. Hoe is dat bij dyslectische kinderen in vergelijk met normaal lezende kinderen? Op dat moment was die vraag al minstens vijftig jaar geleden aan de orde geweest in bijvoorbeeld het werk van Samuel Orton uit de jaren twintig en dertig. 6 Het onderwerp is eigenlijk nooit helemaal uit de belangstelling geweest, getuige ook de publicatie van mijn voorganger Van Dijk, in samenwerking met Van Noortwijk-Colijn. Zij hadden een licht verband gevonden tussen linkshandigheid en diverse vormen van taalzwakte. Maar het was niet deze publicatie die ons tot een neuropsychologische benadering van leren lezen en dyslexie bekeerde. Veeleer was dat het gevolg van een stukje persoonlijke geschiedenis, in combinatie met een toenmalige stroomversnelling op het terrein van het lateralisatie-onderzoek, de verschillen in en de samenwerking van de linker en rechter hersenhemisfeer. Mijn doctoraalscriptie ging over bilaterale transfer, in mijn geval omtrent de vraag of oefening met de ene hand profijtelijk is voor het presteren van de andere. Omdat ik wel wilde weten hoe een dergelijke overdracht van motorische handvaardigheid in de hersenen plaatsvond, raadpleegde ik een voormalige klasgenoot van de HBS die bezig was met een neuroanatomisch promotieonderzoek in Leiden. Bij mij bestond al vroeg belangstelling voor de hersenen als correlaat van het gedrag. Of de andere medewerkers van het Centrum en de directie van het pi ook een dergelijke belangstelling hadden, wie zal het zeggen; kwaad gerucht heb ik nooit vernomen. Meer dan deze persoonlijke geschiedenis stimuleerde een ander feit de ommezwaai van een cognitiepsychologische naar een neuropsychologische benadering van lezen en dyslexie. In de jaren zeventig en tachtig stonden de neuropsychologische vaktijdschriften ineens bol van de artikelen over de lateralisatie van functies in de hersenen. Dit kreeg ook gevolgen aan de vu, getuige de proefschriften van Anke Bouma en Jan van Strien in 1988. 7 Het werd ook voor ons allemaal heel spannend toen publicaties verschenen over a-typische lateralisatiepatronen bij dyslectische kinderen.
Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 194 2e proef
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006
Historische Reeks | 247 Pagina's
![Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 195](https://geheugenvandevu.digibron.nl/images/generated/historische-reeks/een-buitengewone-plek-voor-bijzondere-kinderen/2006/01/01/1-thumbnail.jpg)
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006
Historische Reeks | 247 Pagina's