Een buitengewone plek voor bijzondere kinderen - pagina 188
Driekwart eeuw kinderstudies in het Peadologisch Instituut te Amsterdam (1931-2006)
centrum voor pedagogisch-didactische onderzoekingen
poli voor kinderen en inderdaad, wat waren er toen veel scheelziende kinderen. Zou het rechtzetten van de ogen geen effect kunnen hebben op de kwaliteit van het lezen? Nee dus, voor zover ik mij herinner. In mijn opleiding tot experimenteel kinderpsycholoog, hetgeen een extra tentamen betekende bij de pasbenoemde hoogleraar S. D. Fokkema, had ik weinig over lezen en dyslexie gehoord. Wel hadden wij boekjes moeten bestuderen van Schenk en Korndörffer over lees‑ en schrijfstoornissen; in een ervan stonden vooral leesoefeningen. 2 F. Grewel, van de Universiteit van Amsterdam, had ook wel ideeën. Maar veel was er niet. Snuffelen in de buitenlandse literatuur leverde meer op: werk van A. Benton, H. Birch en enige anderen. Veel betrof experimenteel werk en dat stond mij aan. Aan de slag dus, met weinig middelen, dat wel. Het Centrum beschikte toen over een budget van zo’n veertien duizend gulden op jaarbasis, waarvan tweederde was bestemd voor mijn salaris. Dan waren er nog de sociale lasten, misschien wat vergoeding van reiskosten en nog zo wat. Veel meer dan het aanschaffen van pen, potlood en papier was niet mogelijk. Maar er was wel iets anders: de pi-school onder leiding van Bertus Knol en Van Vliet, ambtenaar van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, in Den Haag. Was het omdat ik zelf onderwijservaring had, nota bene verkregen in dienst van Knols zwager in Zoetermeer? Ik weet het niet, maar bij beiden kon ik een potje breken als het ging om ondersteuning. Het leverde onder andere een ‘hoofd der school’ op: een model van de hersenen op twee maal ware grootte. De school had een modern kopieerapparaat: origineel op de plaat, pompen, belichten, negatief samen met positief door een bak met chemicaliën, drogen en zie daar, een bruinige kopie van het origineel. Dat alles in zo’n drie minuten per pagina, gewrocht in een donkere kast met enkel een rode lamp. Van Vliet was bijzonder, besefte ik later. De man vocht voor budget bij zijn superieuren en als het een keer niet geheel lukte om gedaan te krijgen wat het Centrum had begroot, dan leek hij er zelf onder te lijden. Het is gebeurd dat deze ambtenaar op bezoek kwam om met je te praten over de mogelijkheden. Ongetwijfeld heeft het met zijn ijver te maken gehad dat ik niet lang solist hoefde te zijn, maar hulp kreeg van betaalde student-assistenten. Van Vliet was een belangrijke schakel omdat niet-universitaire instituten zoals het Centrum, rechtstreeks door het ministerie werden gefinancierd. Later, toen de geldschaarste toenam, werd dat anders. Toen moesten zulke institu-
Een buitengewone plek; Perfect Service; pag 187 2e proef
187
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006
Historische Reeks | 247 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 2006
Historische Reeks | 247 Pagina's