Vijfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 19

XIX

omdat ze geestelijk zijn en slechts daar genoten worden waar alle roem gestorven is; bepale zich ons verslag tot vermelding van al wat uiterlijk waarneembaar is om met allen ernst het onzen vrienden toe te roepen: „Meet den geestelijken_wasdom onzer Vereeniging af aan het besef van onze ellende u geschonken, aan de behoefte daaruit voor u geboren, om te naderen tot den troon der genade en het daar te smeeken, dat ome arbeid wezen moge in de gunste Gods." Naast de zorg voor de door onze Vereeniging gestichte school, welker verslag hierna volgt, bepaalde zich onze arbeid hoofdzakelijk tot het uitbreiden en organiseeren van onze Vereeniging. Dit niet allereerst door administratieven arbeid, maar vooral ook door het meer bekend maken van onze beginselen en bedoelingen, waaromtrent de onkunde soms groot bleek, ook waar wy dit anders moesten verwachten. Goeddeels is dit te wijten aan de tegenwerking en verdachtmaking, waaraan wij blootstaan; en hieruit zien wij, hoezeer bespreking zoo in het openbaar als in kleiner kring noodig is en blijft. Daarom werd het zeer door ons bestuur toegejuicht, waar door onze hoogleeraren en enkele andere vrienden in woord en geschrift gestreden werd voor de heilige zaak der op Gods Woord gegrondveste opvoeding. Sommige theologische professoren en eenige nauw aan onze zaak verbonden predikanten traden hier en daar voor de gemeenten op en konden het haar dan doen verstaan hoe die samenkomsten niet gehouden werden om voor de Vrije Universiteit te arbeiden; maar hoe omgekeerd juist onze Vereeniging uit den dringenden nood der gemeenten vooral tot deze Stichting besloot, en met haar de gemeenten dienen wil. Ook buiten de kerk werden in grooter en kleiner kring voordrachten gehouden, ten doel hebbende, de beteekenis van het Vrije Hooger Onderwijs meer te doen verstaan; in den regel werden alle dergelijke samenkomsten met het houden eener collecte voor onze Vereeniging besloten. Vooral ook onze nieuw benoemde Amanuensis, die in Februari in functie trad, had tot taak de belangstelling voor onze zaak te wekken en te onderhouden, zoowel tot het vinden van correspondenten in vacante districten, als tot het uitbreiden van het ledental. In Zuid-Holland werden door hem bezocht de districten Hendrik-Ido-Ambacht, Bleskensgraaf, Beierland, Brielle, Maassluis, Mijnsheerenland, Schiedam, Delfshaven en eenige plaatsen van de districten Alblasserdam en Gorinchem; in Noord-Holland de districten Alkmaar, Naarden en Purmerend; in Gelderland de

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen