Achtste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerden Grondslag - pagina 50

XLTin

/• 1587.26^ bedroeg, hebben we dan geen stof^ in stede van klagen, tot ootmoedigen dank aan onzen God, zoo we thans een som van drie en veertig honderd gulden mochten boeken. Moge veeleer de tijdelijke achteruitgang van dezen post onze broeders en zusters aandrijven te doen, wat anderen nalieten, wijl zij meenden, dat onze arbeid niet meer de hunne was en ze ons alleen lieten met onze zorge en onzen strijd. Dankbaar vermelden we een legaat ad f 1000.—, een ander ad /"BOO.—, en een ad f 5000.—. Oblig. 31/3 "/o N. W. S. Mogen deze schoone voorbeelden meer trekken dan onze leering wekken kan! Het bedrag onzer collecte daalde van f 10,128.621/3 tot op f 6263.47^. Ook deze uitkomst zal U evenmin verbazen als ons. We wagen ook nu eene vergelijking met het jaar 1883, toen het cijfer der collecte f 1587.261/3 bedroeg. Zooveel moestenverliezen, doch na zooveler liefde verloren te hebben, hoe hielden we nog zooveel. Broeders, die uit ons gingen, laten de zorge voor onze Vereeniging en hare School, onze jaarrekening zegt het U zonder omwegen, aan U alleen. De eere van Uwe liefde tot den Heere en tot onze Vereeniging zal 't immers niet gedogen, dat we volgend jaar andermaal op achteruitgang bij deze beide posten moeten wijzen. Onze interesten stegen van ƒ 5850.66 tot ƒ 6149.56, terwijl het groeiend aantal onzer studenten mede het bedrag van collegeen examengelden stijgen deed. Leden en Contribuanten verlieten ons, maar de Heere onze God zorgde, dat hunne plaatsen vervuld werden en in stede van een verlies aan contributiën mogen we op een verhoogd bedrag van ƒ 848.58 wijzen. Dat heeft God gedaan. Hem zij de eere! Dat deed Hij door U, broeders. Correspondenten en Agenten onzer Vereeniging en we brengen TJ daarvoor onzen broederdank uit een blijmoedig hart. 't Is ons een behoefte, dien dank ook luide te brengen aan het lid van de Commissie tot vermeerdering, ónzen hooggeachten broeder Kuhler, die met rusteloozen ijver onze Vereeniging in dezen dient. Hij ondervinde steeds meer den steim. van dien God, wiens belofte aldus luid: ,De jongen zullen moede en mat worden en de jongelingen zullen gewisselijk vallen; maar die den Heere verwachten, zullen de kracht vernieuwen!" Waar we, mede namens hem de broederen danken voor de ontvangst,, hem bereid en de hiilpe, hem verleend, daar bevelen wij zijn persoon en zijn arbeid opnieuw bij hen aan. Immers dat onze contributiën stegen, dat we onze totale rekening zelfs met een voordeelig saldo sluiten mogen, ondanks den kerkdijken strijd en den maatschappelijken druk van slechte tijden, broeders, zal immers U, die den toestand onzer Vereeniging meer dan een oppervlakkigen blik gunt, geen aanleiding

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen