Twaalfde Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 59

LVII

der Vereeniging en mochten volle instemming bij hen ontmoeten. Ook richtten wij ons tot -de rcdactiën der Kerkboden, om hare medewerking te vragen, en kunnen thans van bereidvaardigheid harerzijds dankend gewagen. Hoe meer men leest en hoort over het belang der Vrije Universiteit, hoe meer ook de belangstelling wordt opgewekt. Een ieder, die het wel met haar m^ent, doe in dezen, wat zijne (of hare) hand vinde om te doen. Wij hebben medewerkers van noode. Onze geachte amanuensis, de heer Jb. van Oversteeg, werd ook voor ons gespaard. Het mocht hem gegeven worden, zoowel op het bureel in de' administratie en uitgebreide correspondentie, als bij zijne reizen naar onderscheidene oorden des lands, met opgewektheid en ijver te arbeiden. Hem komt daarvoor een woord van oprechten daiik toe. Het zal niet aan hem te wijten zijn, wanneer de zaken niet goed gaan. Hij is zich bewust zijnen Heere daarin te dienen en doet zulks met getrouwheid en nauwgezetheid. Moge Mj daarin ook voortdurend bijgestaan worden door al ónze medearbeiders in het land, onze locale Comité's, Correspondenten en Agenten, aan wie wij ook oprechten dank verschuldigd zijn voor alles wat zij deden. De heer Van Oversteeg mocht vooral twee grootere reizen maken, éene in de provincie Zeeland en éene in de provincie Groningen, en daar vele plaatsen bezoeken, groote en kleine, en ook dikwijls in het openbaar optreden om de belangen zijner zaak te bepleiten. Steeds kwam hij terug, diep erkentelijk voor de gastvrijheid en liefde, welke liij van zoovele broeders en zusters uit beide groepen der Ger. Kerken had mogen ondervinden. De Heere zegene hen daarvoor! Wat het aantal leden aangaat, dit bedraagt thans 560 en dat der begunstigers is tot 7878 gestegen. Voorts werd door collecten en vaste bijdragen dit jaar de ondersteuning genoten van 202 corporatiën. (Zie Bijlage C. Vóór wij eindigen, moeten wij nog een enkel woord zeggen met betrekking tot het Hospitium. In de maand November trof ons de beproeving, dat onze geachte Directrice, Mevr. de Wed. Mond, door eene ernstige krankheid werd bezocht, die haar onderscheidene weken op het leger deed doorbrengen. Hoewel hare gezondheid thans veel beter is, zijn haar krachten nog niet als vanouds teruggekeerd. Juist in dergelijke omstandigheden gevoelt men het best, hoe men elkander noodig heeft. Moge het God behagen, haar nog vele jaren voor ons te sparen ! Wat verder dit onderdeel betreft, verwijzen wij naar het verslag van het studiefonds, bl. Lxxiv, door onzen waardigen Regent, prof. De Hartog, ingezonden. De Heere zij ook in het nieuwe jaar met onze Vereeniging en met allen die haar steunen ! De Directeuren: W. H O V Y . Amsterdam, Mei '92. , S. V A N HEEMSTEA.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen