GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 22

3 minuten leestijd Arcering uitzetten

XXII

aansporing moet zijn hen in onze gebeden bij voortduring aan den Heere op te dragen, opdat Hij hun den Geest der Wijsheid schenke en dat rechte onderscheidingsvermogen, dat zoo noodig is, om niet langzamerhand af te glijden. Wij hebben eenen God die het gebed hoort en die in zwakheid Zijn kracht wil volbrengen. Hij zal ons dan ook verder leiden, mits wij van onzen kant geen gehoor geven aan de inblazingen des Satans, die steeds scheiden zou willen wat bij elkander hoort. „Eén lichaam en één Geest, één Heere en één geloof' is het, wat ons aan elkander bindt. Benaarstigen wij ons dus „te behouden de eenigheid des Geestes door den band des vredes," — en de Heere zal met ons zijn, en ons ook doen wassen in Hem. Wij hebben elkander noodig, en kunnen niet zonder nauwe aaneensluiting bestaan. Dit geldt ook wat het stoffelijke deel van onzen arbeid aanbelangt. Wezen wij er ten vorige jare op — ook thans moet herhaald : het is een droevig en zeer afkeuringswaardig verschijnsel, dat het aantal leden eer af-dan toeneemt. Een lid betaald ƒ 25.— 'sjaars. Dit moge een vrij aanzienlijke som schijnen — toch is welbezien dit bedrag niet hoog. Nog geen 50 cent per week is een geldelijk offer, dat door veel meerderen zou kunnen worden gebracht voor een mak van zulk aanbelang. Te veel wordt over het hoofd gezien, dat men alle zaken beoordeelen moet naar haar gewicht. — „Alle waar naar zijn geld" is een Hollandsch spreekwoord; maar goede waar kost veel geld. Een Hoogeschool is een zeer dure zaak. Een dwaasheid is het haar op één lijn te stellen met een of andere school voor lager onderwijs, waarvoor men wordt opgewekt ook een gave te schenken. En vaak krijgt men den indruk, dat velen dit nog doen, te oordeelen althans naar de kleine contribution. Ten vorigen jare herinnerden wij er aan hoe klein het getal was dergenen, die zich tot een hoogere bijdrage dan ƒ 25,— hadden verbonden. Thans bedraagt dit slechts 11. Dit getuigt dunkt ons niet van genoegzame overweging van het groote belang, dat onze stichting voor het Vaderland heeft. Bovendien moest de deelneming nog veel algemeener zijn. Er komen veel te weinig nieuwe leden en begunstigers bij. Het gevolg is dan ook, dat het hoe langer hoe moeielijker wordt een begrooting van ontvangsten te maken, en Directeuren, die ernstige verplichtingen op zich namen ten opzichte der Hoogleeraren, niet voldoende weten op welke ontvangsten zij rekenen kunnen. Dit mag o. i. alzoo niet blijven. Alle dingen moeten ook in deze eerlijk en met orde geschieden. In het afgeloopen jaar had een provinciale Universiteitsdag plaats te Haarlem en wel den 28 April. Bij die gelegenheid traden als sprekers op Ds. R. Mulder voor het voorwoord, Prof. Fabiu»

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1895

Jaarboeken | 192 Pagina's

Vijftiende Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 22

Bekijk de hele uitgave van dinsdag 1 januari 1895

Jaarboeken | 192 Pagina's