Twee-en-twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 12

en heeft in de jaren, die sedert verloopen zijn, geenerlei' aanleiding gegeven tot misbruik van macht of tot moeielijkheden. Maar in de toekomst zou dat te eeniger tijd wel eens anders kunnen worden, en juist dan zou het uiterst moeielijk of zelfs bijna ondoenlijk zijn, de alsdan zeer noodige wijzigingen aan te brengen. Ook heeft de stichting thans een genoegzaam vasten en geregelden gang,, zoodat de genoemde practische redenen niet meer gelden. En in ieder geval is het voor eene Vereeniging en eene stichting, als het hier geldt, op den duur alleszins wenschelijk, dat er eene met haren aard overeenkomende evenredigheid zij in den invloed, dien hare onderscheidene bestanddeelen of organen kunnen uitoefenen. Op die overwegingen rusten de wijzigingen, die zijn voorgesteld in artt. 5, 6 en 7 der Statuten, artt. 9, 44 en 45 van het Huish. Regl., en artt. 3, 40,49 en 20 van de Instructie voor het bestuur. 3° Eindelijk zijn er nog andere wijzigingen van minder belang, die of eenvoudig correcties in de redactie zijn, óf forrauleeren wat reeds sedert lang feitelijk gegolden heeft, óf eene kleine verbetering in den gang van zaken willen aanbrengen. Dit geldt van de voorstellen bij artt 7, 9, 44 en 45 van de Statuten, artt. 4 en 42 van het Huish. Regl. en artt. 9, 42 en 47 van de Instructie voor het bestuur. Met die bedoelingen, hier in hoofdzaak aangegeven, wordt dan nu door de Commissie voorgesteld: De algemeene vergadering besluit, in hare bestaande regelingen, gelijk zij hieronder zijn afgedrukt, de daarbij geformuleerde wijzigingen aan te brengen in artt. 3, 5, 6, 7, 9, i4 en 15 der Statuten, artt. 4, 9, ii, i2, i4 en i5 van het Huishoudelijk Reglement, en artt. 3 6, 9, iO, 12, 17, 19 en SO van de Instructie voor het bestuur; met opdracht aan het bestuur, om zoo spoedig mogelijk op de aldus gewijzigde Statuten de Koninklijke goedkeuring te vragen; en met bepaling, dat, wanneer die goedkeuring verkregen is, alle de thans door haar aangenomen wijzigingen zullen in werking treden op den 1 Januari 1903, en dat vooraf, in dit najaar, eene buitengewone vergadering zal gehouden worden. Ier benoeming van de door die wijzigingen ingestelde commissie van toezicht op het geldelijk beheer,-^;, ert, ter behandeling van andet e zaken, die alsdan nog regeling zouden noodig hebben.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen