GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Twee-en-twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 43

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

ART.

6,

Evenals de Verèeniging voor Hooger Onderwijs harerzijds, houden ook de Kerken door middel van hare curatoren toezicht op het onderwijs der hoogleeraren in de Theologie. ABT.

7.

De Kerken hebben het recht, wegens afwijking in deleer of ergerlijken wandel de hoogleeraren in de Theologie te schorsen en te ontslaan. Zij doen hiervan in een gemotiveerd schrijven mededeeling aan de directeuren van de Verèeniging voor Hooger Onderwijs, die zich verbinden deze schorsing en dit ontslag voor deze hoogleeraren ook hunnerzijds te doen gelden. De Kerken oefenen dit recht van schorsing uit dooi* middel van hare curatoren; maar het definitief ontslag kan alleen gegeven worden door de Generale Synode. Indien de directeuf'ën der Vrije Univei-siteit binnen veertien dagen tegen eene schorsing bezwaar maken, of indien de geschorste in appèl komt, gaat de schorsing niet in, totdat de Provinciale Synode, onder welke hij ressorteert, heeft beslist. ART.

8.

De curatoren der Kerken en de directeuren der Vrije Universiteit hebben het recht, na overleg en in overeenstemming met elkander, eenen hoogleeraar, die ongeschikt blijkt voor het' onderwijs of de opleiding, op non-activiteit te stellen, mits met toekenning van het in artikel 5 genoemde pensioen als wachtgeld. Indien deze overeenstemming niet verkregen wordt, beslist de Generale Synode. ART.

9.

De hoogleeraren geven les in' de vakken, door de curatoren der Kerken en de directeuren en de curatoren der Vrije Universiteit, in overleg met elkander, hun bij hunne benoeming opgedragen, behoudens de wijzigingen, die daarin later met hun eigen goedvinden worden aangebracht, terwijl zij daarbij voorts zich houden aan de Series lectionum, door de curatoren der Vrije Universiteit vastgesteld. ART.

40.

Tot de Theologische colleges worden na afgelegd propaedeutisch examen alleen zulke studenten toegelaten, dié een goed getuigenis aangaande leer en leven overleggen. Ingeval Iemand aan laatstgenoemde voorwaarde niet voldoet, wordt over zijne toelating door de hoogleeraren in de Theologie beslist.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Jaarboeken | 212 Pagina's

Twee-en-twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 43

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1902

Jaarboeken | 212 Pagina's