Twee-en-twintigste Jaarverslag van de Vereeniging voor Hooger Onderwijs op Gereformeerde Grondslag - pagina 34

XXXIV

-i

i' ART.

18.

Het bestuur ^zorgt, bij onderlinge schikking zijner leden, voor de •waarneming der functiën van voorzitter, secretaris en penningmeester. Het kan, bij behoefte aan hulp en onder zijne eigene verantwoordelijkheid, bezoldigde beambten, als : een amanuensis, een rentmeester enz., aanstellen, en aan deze hunne instructiën geven. ART.

19.

Het bestuur maakt in zijn huishoudelijk reglement de noodige bepalingen voor de regehng zijner werkzaamheden en vergaderingen ; voor de naleving der in de Statuten der Yereeniging 'en in het huishoudelijk reglement voor de algerneene vergaderingen gegeven voorschriften omtrent de aftreding en de benoeming van de bestuursleden en van hunne plaatsvervangers : de leden der commissie van toezicht op het geldelijk beheer; voor de voorbereiding der algerneene vergaderingen; voor de tijdige en herhaalde aanmaning van eontribüanten, die door verzuim hun recht tot deelneming aan de algerneene vergaderingen zouden verliezen; voor de goede bewaring van het archief der Vereeniging ea van al hare eigendommen en bezittingen; voor het bijhouden der onderscheiden registers en liggers van al wat aan de zorg des bestuurs is toevertrouwd ; voor den geregelden gang der financieele administratie en de voorkoming van nalatigheid en van wanbeheer; voor de tijdige vaststelling eener jaarlijksche begrooting; voor het gebruik der ontvangen examen-, college- en legesgelden; en voor al wat verder tot den werkkring van het bestuur behoort. ART.

20.

Het bestuur is gemachtigd, giften van minder dan duizend gulden, en alle kasgelden, tijdelijk rentegevend te maken op de wijze die het voor de beste houdt. Schenkingen van duizend gulden, en daarboven, worden, tenzij de schenkers daaraan eene bepaalde bestemming gegeven hebben, aan het kapitaal der Vereeniging toegevend, en belegd in solide fondsen of hypotheken, tenzij er terstond gelegenheid zij tot het voor billijken prijs aankoopen van vaste goederen, liefst van landerijen. Zulke aankoop, waaraan altijd de voorkeur moet gegeven worden, mag echter niet geschieden zonder voorafgaande taxatie van twee buiten het bestuur staande en van elkander onafhankelijke deskundigen; en het bestuur mag dan geene hoogere som besteden dan het gemiddelde van die taxatie, vermeerderd met tien percent. Voor elke belegging in fondsen of hypotheken en voor elke losmaking van aldus belegde gelden.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen