Jaarboek 1928 - pagina 112

119 24 J.uni

1921 J. W. Dekker.

30 Sept. 7 Oct.

19.21 S. L. van der Vegte. 1921 J. C. Tjessinga.

7 Oct.

1921 J. Sprey Jzn.

19 Dec.

1921 J. A. de Jager.

12 Oct.

192;;; P. J. A. Idenburg.

15 Oct.

10"'; H. A. Colijn.

11 Juni

1926

De effecten der Naamlooze Vennootschap. Het Bolsjewisme. Eenige aanteekeningen betreffende de strafbaarstelling van openbare dronkenschap. De positie van den eigenaar van onroerend goed tegenover het onteigenin.gsrecht en gebruiksrechten. Eenige beschouwingen over het vraagstuk der onbepaalde strafvonnissen. Over de grondgedachte van de clausula rebus sic Stantibus in het volkenrecht. La Decision de la Société des Nations Concernant les iles d' allajwi.

A. Goote.

16 Maart 1928 J. Postmus. 16 Maart 1928 A. v. V. Detli. Deth.

19 Oct. 20 Juni 23 Mei 7 Juli 19 Dec. 23 Dec. 9 Juli 22 Nov. 9 April 29 Mei 3 Dec. 4 Juli 1 Mei 6 Juli

Het Gilden-'Socialisme in Engeland. Een onderzoek naar omvang en aard van de bevolkingsconcentratie in Nederland sedert 1830. Etude sur l'interpretation du paragraphe 8 de l'article 15 du pacte de la société des Nations.

Faculteit iculteit der Letteren «en Wijsbegeterte. 1892 F. F. C. Fischer Jr. De deo Aeschyleo. 1894 Joh. C. Breen. Pieter Cornelisz. Hooft als schrijver der Nederlandsche Historiën. 1902 H. J. Flipse. De vocis quae est logos significatione atque usu. 1902 J. van der Valk. De Lucretiano Carmine a poeta perfecto atque absoluto. 1902 J. J. Esser. De pauperum oura apud Romanos. 1904 R. H. Woltjer. De Platone prae-iSocraticorum philosophorum destiniaiore. De philologie aan de Leidsche Uni1906 S. Ridderbos. versiteit gedurende de eerste vijf en twintig j a a r van haar bestaan. Quae de hominum post mortem 1907 G. W. van Bleei. condicione doceant carmina sepuecralia latina. 1908 A. J. Lakke. PhiMp Willem van Heusde. De conscientiae notio»e quae et 1908 E. Mulder. e qualis fuerit Eomanis. De Jacobo Geeliphilologie classico. 1909 A. G. Wientjes. De iure iurando apud Aeschylum, 1910 J. de Jon?. Sophoclem Eruripioem observationes. 1914 F. Postma. De nuimlne divino quid senserit Vergiiius. . 1915 C. M. Buizer. Quid Minucius Felix in conscribendo Dialogo octavio sibi proposuerit.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen