Jaarboek 1935 - pagina 22

20

melden, dat in het veelvuldig, bijna dagelijksch contact van den meest verscheiden aard, dat zij hadden met het College van Curatoren, met den Academischen Senaat of met de leden daarvan persoonlijk, al naar gelang de werkzaamheden dit meebrachten, nimmer eenige zaak tot ernstig verschil van meening leidde, en dat ook hier steeds weer de weg tot gemeenschappelijk samengaan kon worden gevonden. • Het behoeft nauwelijks gezegd, dat bij de uitbreiding die het onderwijs aan de Universiteit in den loop der jaren onderging, het werk voor Directeuren in verhouding eveneens toenam; het is niet mogelijk een opsomming te geven van de talrijke maatregelen van den meest uiteenloopenden aard, welke moesten worden genomen, van de regelingen welke met betrekking tot het in dienst der Vereeniging staande personeel, waarvan het aantal zich langzamerhand belangrijk uitbreidde, moesten worden getroffen, van de besprekingen, welke met de bovengenoemde Vereenigingen, Instituten en Fondsen, welke met den arbeid van de Vrije Universiteit in verband staan, werden gevoerd en van alles wat daaraan weder verbonden was; teneinde de normale afmetingen van een Jaarverslag niet te overschrijden, moet met het geven van een algemeen overzicht worden volstaan. Het vinden van den juisten weg, door alle zwarigheden, die zich bij den arbeid voordoen, heen, blijft moeilijk; Directeuren zijn er zich wel van bewust, dat telkens weer die weg moet worden gezocht; en dat bij de beoordeeling van hetgeen door hen werd verricht, de gelegenheid tot 't oefenen van critiek ook wel zal aanwezig zijn; voorzoover die critiek voortkomt uit de begeerte om op te bouwen en te steunen, hebben zij daar steeds een open oor voor; het medeleven van allen, die met hen op denzelfden grondslag des geloofs staan, is hun van groote waarde; maar van critiek, die geen oog blijkt te hebben voor de moeilijkheden of den gekozen weg als den verkeerden verklaart, maar nalaat daarbij dien aan te wijzen, die een betere richting uitgaat, daarvan moge de Vrije Universiteit bewaard blijven. God laat Zijn werk, hetgeen Hij begon, niet in den steek, maar zal hen, die Hij dien arbeid opdroeg, leiden door Zijnen Geest; in dat vertrouwen gaan Directeuren dan ook rustig met hun arbeid voor de Vrije Universiteit voort.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen