GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

Bekijk het origineel

Jaarboek 1964 - pagina 109

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jaarboek 1964 - pagina 109

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

filosofische theologie en ook geen theologische filosofie kan zijn. Heel anders dan bij Thomas van Aquino en bij het voorKantiaans rationalisme. B.'s vrijheids-idee wordt een theologische vrijheidsidee; Bultmann's geschied-filosofische antropologie wordt een geschied-theologische antropologie, B.'s existentie-filosofie een existentie-theologie. Uit de geciteerde teksten blijkt dit. Het ,,Ereignis" der vrijheid valt den mens ten deel door het woord Gods der vergeving, of ook door het geloof aan Gods genade, die vrijheid schenkt. De verbinding tussen beide, tussen deze filosofie en theologie, wordt door de paradox gevormd. De paradox scheidt niet, maar verbindt. Voor K. Jaspers is de paradox juist het indicium van de verlegenheid, waarin Kierkegaard zich bracht, toen hij existentie-idee en geloof in Gods openbaring wilde verbinden. Hij is voor K. Jaspers niet anders dan een asylum ignorantiae, zo niet een Deus ex machina. Maar — hoezeer B. ook de degens met Jaspers gekruist heeft — hierop gaat B. niet in. Wanneer hij ,,paradox" gezegd heeft, is hij bevredigd. Gerechtvaardigd. BeveiUgd. Verzekerd. Opzettelijk kies ik deze woorden. Omdat B's theologie, of liever, omdat B. in zijn theologie der paradox en wat hij aan inhouden aan de paradox, de christelijke, geeft, zich niet van deze zijn paradox laat ,,entsichern", maar rust gevonden heeft telkens als hij bij de paradox is uitgekomen. De paradox is de alfa en de omega van de christelijke mens-, Gods-, Christus- en wereldbeschouwing van B. Hij staat er niet vrij tegenover; hij is er veilig in geborgen; hij gelooft er in; zij is de inhoud van zijn christelijk-theologisch, intellectualistisch geloof. En dit geloofd theologisme moet bij B. het christelijli geloof ,,redden". B. inoculeert zijn „theologie" in de existentie-filosofie, inzonderheid in de ,,Existenzial-Analytik" van Heidegger's ,,Sein und Zeit". Hij neemt uit Heidegger's existenzial-analytische structuurleer van de mens het grondpatroon van de mens als ,,vrije mens in contingente, irrationele situatie" over en de hierbij passende leer van 's mensen „Geschichtlichkeit": een wezensbepaling van de mens als mens. Geen theologie, geen geloof, geen openbaring Gods zijn nodig, om dit mensbeeld te ontwerpen, of te legitimeren. En geen openbaring 109

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Jaarboeken | 170 Pagina's

Jaarboek 1964 - pagina 109

Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1964

Jaarboeken | 170 Pagina's