Jaarboek 1975-1976 - pagina 83
Erepromotie van de heer H. C. Bijvoet
Toespraak van Prof. dr. P. Groen, promotor Doctor Bijvoet! Het is mij een bijzonder genoegen u als eerste zo te kunnen aanspreken en als eerste u te mogen gelukwensen met uw doctorsgraad. Een eredoctoraat, dat weet u, kan verschillende betekenissen hebben. Het kan zijn dat de doctor honoris causa niet zo zeer zelf een wetenschapsbeoefenaar is en dat zijn grote verdiensten meer in het humanitaire vlak liggen, maar toch zodanig zijn dat de wetenschap een diepe buiging voor hem wil maken en hem door een eredoctoraat passende hulde bewijst. Het kan ook zijn dat de doctor honoris causa wèl een man van wetenschap is en allang de doctorstitel deelachtig; het kan zijn dat hij reeds wijd en zijd grote erkenning heeft gevonden en wellicht reeds eerder een doctorstitel honoris causa heeft ontvangen. In beide gevallen draagt dit doctoraat enigszins het karakter van een onderscheiding. Een wetenschappelijke ridderorde zou men kunnen zeggen. Bij u mijnheer Bijvoet houdt het meer in. In uw geval gaat het vooral, ja óók om het eerbewijs, maar toch vooral om een doctoraat in de eigenlijke zin van het woord. Hier niet alleen dus een huldiging van de kant van de universiteit, maar een door u wetenschappelijk verdiende doctorsgraad. Niet maar een wetenschappelijk lintje dat voor uw toekomstige positie wel van pas komt, omdat het zo aardig staat dr. voor je naam te hebben. De titel luidt ook hier doctor honoris causa, maar dat moet men in uw geval niet uitleggen als „eredoctor" zoals men ook spreekt van een ereburger of een erevoorzitter. Het gaat hier om een doctoraat in eigenlijke zin. Men zou kunnen zeggen dat de Nederlandse wetenschappelijke samenleving door dit doctoraat als het ware een ereschuld aan u aflost. Het initiatief is ook geheel van binnenuit deze universiteit, uit de faculteit van de wiskunde en natuurwetenschappen gekomen. Eigenlijk had de universiteit dit al wel eerder kunnen doen, want wat ik nu eens even uw proefschrift zou willen noemen stamt al uit de vijftiger jaren. Uw proefschrift, proefschrift in twee delen, zo zou ik uw twee grote publikaties willen noemen die in 1954 en i960 verschenen zijn. De eerste als een wetenschappelijke verhandeling van het Koninklijk Nederlands Meteorologisch Instituut, die handelde over het verband tussen de luchtdruk en bewegingspatronen in de hogere luchtlagen en de luchtdrukveranderingen aan het aardoppervlak. De tweede verscheen als grote wetenschappelijke bijdrage in deel twee van het Rapport van de Delta-commissie en handelde over de dynamiek van het ontstaan van zware stormen. 81
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van woensdag 1 januari 1975
Jaarboeken | 252 Pagina's