GeheugenvandeVU cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van GeheugenvandeVU te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van GeheugenvandeVU.

1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 12

2 minuten leestijd Arcering uitzetten

4

gedeeltelijk om licht te krijgen over deze vraag van den invloed der verschillende godsdiensten op de misdadigheid, hebben wij aan de mannen die zich bij ons aanmeldden in een groot aantal gevallen na de vraag naar hun kerkgenootschap de vraag gesteld: „doe je er aan?" In de overgroote meerderheid der gevallen was het antwoord ontkennend. Al deze ontkenners behooren dus wel tot het een of ander kerkgenootschap maar zijn geen geloovigen. En niet alleen dat zij niet gelooven, maar ook hebben zij geen verband meer met hunnen geestelijke, zoodat ook niet langs indirecten weg op deze niet-geloovers de invloed van den godsdienst van hun kerkgenootschap kan gewerkt hebben. Het blijkt dus dat de invloed van verschil in geloof op de verwekking van meerdere of mindere misdadigheid gééne is, daar misdadigers menschen zijn die geen geloof hebben ^). Maar nu zegge men vooral niet dat dus het ongeloof oorzaak van misdadigheid is. Want ook dit bleek ons onjuist te zijn. Want onze misdadigers hadden ook geen ongeloof: ze hebben niets positiefs. Het zijn geen atheïsten, maar het zijn menschen in een staat van geestelijke verslaptheid, van doffe, laksche onverschilligheid of totale ongeregeldheid. Uit hun geloof zijn zij weggezakt, en tot ongeloof zijn zij niet gekomen. Het is niet een van de vormen van overtuigd geloof of van overtuigd ongeloof die meer dan een andere tot misdadigheid leidt. Maar het is de beschreven toestand van geestelijke dofheid en slapheid of ongeregeldheid die symptoom is van persoonlijken ondergang en oorzaak zoowel van een slappe houding tegenover geloof en ongeloof als van misdadigheid." Laat mij thans terugkeeren tot de verhoudingscijfers van Mr. S. VAN HOUTEN. Om de waarde daarvan te leeren kennen schijnt het mij practisch op den door hem ingeslagen weg voort te gaan. In nauw verband met de criminaliteit staat de zelfmoord. Blijkens de cijfers neergelegd in de „Statistiek van de sterfte over het jaar 1910" stierven in de jaren 1909 en 1910 aan zelfmoord in het geheel 585 mannen en 197 vrouwen, dus totaal 782 personen. Van deze zijn opgegeven als zonder kerkelijke gezindte 1) Ik erken natuurlijk dat dit te absoluut gezegd is: de indrukken in hun kindsheid en ook later uit hun omgeving opgedaan verliezen ze niet, maar practisch is het juist. En buitendien: uit ons eenigszins eenzijdig samengesteld materiaal mogen geen zekere conclusies getrokken worden voor het heele misdadigersleger.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 174 Pagina's

1911-1912 Orgaan van de Christelijke Vereeniging van Natuur- en Geneeskundigen in Nederland - pagina 12

Bekijk de hele uitgave van maandag 1 januari 1912

Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 174 Pagina's