1950 Geloof en Wetenschap : Orgaan van de Christelijke vereeniging van natuur- en geneeskundigen in Nederland - pagina 201
GELOOF EN WETENSCHAP BIJ LYSENKO
173
plasmatische erfelijkheid bestaat. Hij neemt nu echter tevens aan dat deze cel-organellen hun functie slechts kunnen uitoefenen, wanneer hun uit de kern pangenen worden toegevoerd. Deze pangenen vormen zo dus het levende protoplasma. In het zwellingsvocht van deze pangenen zijn, volgens De Vries, alle andere stoffen, die in de cel voorkomen, opgelost. De nucleus is dus ook functioneel de kern van de cel. Er zijn echter feiten bekend die er op wijzen, dat kernloze celfragmenten ook nog typische cel-eigenschappen behouden hebben. Hieruit blijkt, dat bepaalde pangenen ook buiten de kern een zelfstandig vermeerderingsbestaan kunnen voeren. De stroom van pangenen uit de kern behoeft daarom niet steeds volledig en ook niet continu te zijn. De kern bevat alle pangenen die de soort typeren, het cytoplasma alleen de voor de betreffende cel noodzakelijke. In de kern is in verband met de kerndelingsprocessen een gedeelte van de pangenen ook actief, de grote rest is inactief. De Vries wijst vervolgens op de chromatische draden in de kern, die zich, zoals Roux had aangetoond, overlangs kunnen delen tijdens de kerndelingsprocessen. Deze ,.chromosomen" zijn daarom volgens hem vermoedelijk de dragers van de pangenen. Er heeft dus in de cellen, zoals wij zagen, een transport van pangenen plaats. De tegenstelling met Darwin's transport-hypothese is tweeërlei: 1. Darwin nam een intercellulair gemmulae-transport aan, De Vries slechts een intracellulair. 2. Bij Darwin's hypothese moest aangenomen worden dat de gemmulae, die uit kern A via cel a in cel b gekomen waren, hier uiteindelijk ook weer in kern B terecht zouden komen. De Vries meent, dat geen opneming van pangenen uit de cel in de kern kan plaats vinden. In samenhang hiermee is de erfelijkheid van verv.'orven eigenschappen voor De Vries ondenkbaar. De moderne genetica heeft de essentiële punten van De Vries' hypothese bevestigd. De chromosomen bevatten kleine deeltjes die de stoffelijke dragers van erfelijke eigenschappen zijn. Deze worden in navolging van Johansen genen genoemd. De chromosomen reguleren in laatste instantie de celprocessen, voornamelijk via nucldne-zuren. Er bestaat geen erfelijkheid van verworven eigenschappen. Slechts door extreme invloeden (hoge of lage tempera-
Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt
voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen,
vragen, informatie: contact.
Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing.
Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this
database. Terms of use.
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 228 Pagina's
Bekijk de hele uitgave van zondag 1 januari 1950
Orgaan CVNG Geloof en Wetenschap | 228 Pagina's